1. Inzicht in de belangrijkste elementen:
* diafragma (f-stop): Dit is de * belangrijkste * factor. Een breder diafragma (kleiner F-nummer, zoals f/1.4, f/1.8, f/2.8) creëert een ondiepere scherptediepte, waardoor de achtergrond dramatischer vervaagt.
* brandpuntsafstand: Een langere brandpuntsafstand (zoals 85 mm, 135 mm of zelfs 200 mm) comprimeert de achtergrond en vervaagt deze verder. Zie het als het vergroten van het vervagingseffect.
* Afstand tot onderwerp: Hoe dichter u bij uw onderwerp bent, hoe ondieper de scherptediepte en hoe meer wazig de achtergrond zal zijn.
* Afstand tot achtergrond: Hoe * verder weg * je achtergrond is van je onderwerp, hoe vervaagd het zal zijn.
2. Praktische stappen om wazige achtergronden te bereiken:
* Stel uw camera in op een diafragma prioriteitsmodus (AV of A): Hiermee kunt u het diafragma regelen, terwijl de camera automatisch de sluitertijd aanpast om de juiste belichting te bereiken. In sommige camera's kan het misschien 'portretmodus' worden genoemd, maar de prioriteit van het diafragma geeft u meer controle.
* Kies een breed diafragma: Begin met de breedste diafragma die uw lens toestaat (bijv. F/1.8, f/2.8). Houd er rekening mee dat bij zeer brede openingen, de ogen perfect in focus krijgen kritisch wordt.
* Selecteer een langere brandpuntsafstand: Gebruik een lens met een langere brandpuntsafstand. Als u een zoomlens hebt, zoomt in. Ideale brandpuntsafstand voor portretten bevinden zich vaak in het bereik van 85 mm-135 mm, maar experimenteer.
* Plaats uzelf dicht bij uw onderwerp: Kom dichter bij uw onderwerp. Dit zal de afstand verkorten en de scherptediepte verminderen.
* Verhoog de afstand tussen uw onderwerp en de achtergrond: Vraag uw onderwerp om verder weg te staan van de achtergrond. Dit is vaak de gemakkelijkste aanpassing om te maken.
* Focus nauwkeurig op de ogen: Scherpe focus op de ogen is cruciaal voor portretfotografie. Gebruik eenpunts autofocus en plaats zorgvuldig het focuspunt op het oog van het onderwerp dat het dichtst bij de camera ligt. Overweeg het gebruik van back-knopfocus voor meer controle.
* Beschouw de kwaliteit van de lens: Hoewel niet strikt noodzakelijk, hebben hoogwaardige lenzen vaak een betere bokeh (de kwaliteit van de vervaging). Zoek naar lenzen met afgeronde diafragmabladen, die de neiging hebben om soepeler, aangenamere vervaging te creëren.
* Gebruik ND -filters (indien nodig): Als u in fel zonlicht met een breed diafragma fotografeert, heeft u mogelijk een neutrale dichtheidsfilter (ND) nodig om de hoeveelheid licht die de lens binnenkomt te verminderen en overbelichting te voorkomen.
3. Voorbeeldscenario's en -instellingen:
* Scenario 1:Sunny Day, 50mm lens: Om een wazige achtergrond te bereiken, moet u de breedst mogelijke diafragma gebruiken (bijv. F/1.8) en ervoor zorgen dat uw onderwerp relatief dicht bij u en ver van de achtergrond is. Mogelijk heeft u ook een ND -filter nodig zodat u wijd open kunt schieten zonder te veel bloot te stellen.
* scenario 2:bewolkte dag, 85 mm lens: In dit geval kan het bewolkte licht nuttig zijn. U kunt een breder diafragma gebruiken (bijv. F/2.8) en uw onderwerp verder van de achtergrond positioneren. De 85 mm -lens zal de achtergrond op natuurlijke wijze comprimeren en de vervaging verbeteren.
* Scenario 3:laag licht, 35 mm lens: Het bereiken van een wazige achtergrond met een lens van 35 mm bij weinig licht is uitdagender. Gebruik het breedste beschikbare diafragma, kom zo dicht mogelijk bij uw onderwerp en maximaliseer de afstand tussen uw onderwerp en de achtergrond. Mogelijk moet u uw ISO verhogen om het bijlage licht te compenseren, maar probeer het zo laag mogelijk te houden om het geluid te minimaliseren.
4. Problemen oplossen en veel voorkomende fouten:
* Onderwerp is onscherp: Controleer uw focuspunt dubbel en zorg ervoor dat het nauwkeurig op het oog van het onderwerp wordt geplaatst. Bij brede openingen kunnen zelfs kleine focusfouten merkbaar zijn.
* Achtergrond is niet wazig genoeg: Beoordeel uw diafragma, brandpuntsafstand, afstanden en onderwerp/achtergrondscheiding.
* Afbeelding is overbelicht: Gebruik een kleiner diafragma (hoger F-nummer) of een ND-filter.
* afbeelding is onderbelicht: Gebruik een breder diafragma (lager F-nummer), verhoog ISO (zorgvuldig) of vertraag de sluitertijd.
5. Oefen en experimenten:
De beste manier om wazige achtergronden te beheersen, is door te oefenen en te experimenteren met verschillende instellingen en scenario's. Maak foto's van hetzelfde onderwerp met verschillende openingen, brandpuntsafstand en afstanden om te zien hoe ze de achtergrond vervaging beïnvloeden. Let op de Bokeh -kwaliteit van verschillende lenzen. Hoe meer je oefent, hoe beter je zult begrijpen hoe je verbluffende portretfoto's kunt maken met prachtig wazige achtergronden.