* Hoogfrequent detail: Dit is het belangrijkste verlies. JPEG blinkt uit in het weggooien van subtiele details zoals fijne texturen, scherpe randen en ingewikkelde patronen. Dit komt omdat hoogfrequente informatie (snelle veranderingen in kleur en helderheid) door het algoritme minder visueel belangrijk wordt geacht.
* kleurinformatie: JPEG kan de kleurresolutie van de afbeelding verminderen. Dit betekent dat de afbeelding minder verschillende kleuren zal hebben, wat kan leiden tot kleurbanding of posterisatie, vooral in gebieden met gladde kleurgradiënten.
* scherpte: Randen en lijnen worden zachter en minder gedefinieerd.
* Fijne textuur: Details in gestructureerde gebieden (zoals gras, stof of huid) worden gladgemaakt of samen gemengd.
* Potentiële artefacten:
* blokkeren: Zichtbare vierkante blokken of tegels verschijnen in de afbeelding, vooral in gebieden met een hoge compressie.
* ringing (Gibbs fenomeen): Halo-achtige artefacten verschijnen rond scherpe randen.
* kleurbloeding: Kleuren smeren in aangrenzende gebieden, vaak merkbaar rond gebieden met een hoog contrast.
* Mogelijkheid om terug te keren naar het origineel: Lossy -compressie betekent dat de informatie die tijdens compressie wordt verwijderd niet perfect kan worden hersteld. Elke keer dat u een JPEG -afbeelding opslaat, wordt deze opnieuw gecomprimeerd, wat leidt tot verder kwaliteitsverlies.
Samenvattend verhandelt JPEG -compressie beeldkwaliteit voor kleinere bestandsgrootte. Het verliesniveau hangt af van de gebruikte compressieverhouding. Hogere compressieverhoudingen resulteren in kleinere bestanden maar meer opvallend verlies van detail en artefacten.