hoe fantastische portretten te fotograferen met één flits
Je hebt geen chique verlichtingsopstelling nodig om prachtige portretten te maken. Eén flits, creatief gebruikt, kan een krachtig hulpmiddel zijn voor het vastleggen van prachtige afbeeldingen. Hier is een uitsplitsing van hoe het te doen:
i. Inzicht in de basisprincipes
* De inverse vierkante wet: De lichtintensiteit neemt snel af naarmate de afstand toeneemt van de lichtbron. Dit is cruciaal voor het beheersen van schaduwen en hoogtepunten.
* Flash Power: Het vermogen van uw flits (vaak gemeten in geleidegan) bepaalt hoeveel licht het uitzendt. Het aanpassen van de stroom is van cruciaal belang voor de juiste belichting.
* Flash -modi:
* ttl (door-de-lens): De camera meet het licht en past automatisch het flash -vermogen aan. Goed voor beginners, maar kan inconsistent zijn.
* handleiding: Je stelt de flash power zelf in. Biedt meer controle en consistentie zodra u de relatie tussen instellingen begrijpt.
* sluitertijd en omgevingslicht: Sluitertijd regelt voornamelijk omgevingslicht in uw afbeelding. Houd het over het algemeen op of onder de flash -synchronisatiesnelheid van uw camera (meestal 1/200 of 1/20e van een seconde). Lagere sluitertijden zorgen ervoor dat meer omgevingslicht binnenkomt.
* Aperture &Flash Power: Diafragma regelt voornamelijk de blootstelling aan flash. Een breder diafragma (kleiner F-nummer) laat meer licht binnen en vereist minder flash power.
* ISO: Houd ISO zo laag mogelijk om ruis te minimaliseren.
ii. Uitrusting die je nodig hebt
* camera: DSLR of spiegelloze camera met een flitschoen voor het bevestigen van een flits.
* externe flitser (speedlight): Essentieel voor gecontroleerde verlichting.
* Light Stand (optioneel, maar sterk aanbevolen): Hiermee kunt u de flash off-camera positioneren voor meer creatieve verlichting.
* Flash-trigger (optioneel, maar sterk aanbevolen voor off-camera): Radio -triggers bieden een betrouwbare verbinding tussen uw camera en flits.
* Modifier (essentieel voor zacht licht):
* paraplu (shoot-through of reflecterend): Betaalbaar en veelzijdig. Shoot-through paraplu's creëren zachter licht. Reflecterende paraplu's bieden meer stoot.
* softbox: Biedt een meer gecontroleerd en flatterend licht dan een paraplu.
* Bounce -kaart: Een eenvoudige reflector (wit schuimbord of reflectorpaneel) om de flits te stuiteren.
* reflector (optioneel): Om licht terug in schaduwen te stuiteren.
* Gaffer -tape (altijd behulpzaam): Voor het beveiligen van kabels en modificaties.
iii. Basisverlichtingsinstellingen en technieken
Hier zijn verschillende klassieke portretverlichtingsopstellingen die je kunt bereiken met één flitser:
* flitser op de camera (niet ideaal, maar soms noodzakelijk):
* Direct Flash: Minst vleiend. Creëert harde schaduwen en rode ogen. Vermijd tenzij absoluut noodzakelijk.
* stuiterende flitser: Hoek de flits naar een nabijgelegen muur of plafond om het licht te verspreiden. Werkt het beste met lichtgekleurde oppervlakken. Streef ernaar om iets iets * achter * u te stuiteren, dus het licht komt nog steeds van boven het onderwerp.
* off-camera flash (de sleutel tot geweldige portretten met één fles):
* Key Light Setup (hoek van 45 graden): Plaats de flits in een hoek van 45 graden in het gezicht van het onderwerp, iets boven ooghoogte.
* Modifier: Gebruik een paraplu of softbox voor zacht licht. Experimenteer met de afstand tussen de modificator en het onderwerp om de grootte en zachtheid van het licht te regelen.
* schaduwcontrole: Gebruik een reflector aan de andere kant van het onderwerp om de schaduwen in te vullen.
* Rembrandt -verlichting: Vergelijkbaar met de belangrijkste lichtopstelling, maar iets verder terug en schuift om een kleine driehoek van licht op de wang van het onderwerp het verst van de lichtbron te creëren.
* Modifier: Werkt goed met een softbox of paraplu.
* schaduwcontrole: Reflector is essentieel.
* vlinderverlichting (Paramount Lighting): Plaats de flits direct voor het onderwerp, iets boven oogniveau. Creëert een symmetrische vlindervormige schaduw onder de neus.
* Modifier: Vereist een relatief kleine softbox of schoonheidsgeschaal voor een gecontroleerd licht.
* schaduwcontrole: Reflector plaatste direct onder het gezicht van het onderwerp om de schaduwen onder de kin en nek in te vullen.
* lusverlichting: Een variatie van vlinderverlichting, maar het licht is enigszins off-center, waardoor een kleine lusschaduw op de wang ontstaat. Meer veelzijdig dan vlinderverlichting.
iv. Stappen om het schot te nemen
1. Kies uw locatie: Zoek naar een achtergrond die uw onderwerp aanvult en niet afleidt van het portret. Een eenvoudige achtergrond is vaak het beste. Overweeg om omgevingslicht in uw voordeel te gebruiken.
2. Plaats uw onderwerp: Overweeg poseren, expressie en lichaamstaal. Leid uw onderwerp om een natuurlijke en vleiende houding te creëren.
3. Stel uw flits en modificator in: Kies uw verlichtingsopstelling (bijv. Key Light, Rembrandt, Butterfly). Plaats de flits op een lichtstandaard en bevestig uw gekozen modificator.
4. Camera -instellingen:
* Stel uw camera in op de handmatige modus (m).
* Kies uw diafragma: Begin met een breder diafragma (bijv. F/2.8, f/4) voor ondiepe diepte van veld en achtergrond vervaging. Pas aan op f/5.6 of hoger voor meer focus.
* Stel uw sluitertijd in: Begin bij de synchronisatiesnelheid van uw camera (bijv. 1/200ste of 1/250e van een seconde). Pas * langzamer * aan om indien gewenst meer omgevingslicht in de afbeelding toe te staan.
* Stel uw ISO in: Begin met ISO 100 of de laagst mogelijke instelling voor uw camera. Verhoog alleen indien nodig.
* Witbalans: Kies een witbalansinstelling die geschikt is voor uw opnamomgeving (bijv. Daglicht, flits).
5. Flash -instellingen:
* Begin met de TTL -modus (voor beginners) of stel de flits in op de handmatige modus (voor meer controle).
* In handmatige modus: Begin met een lage vermogensinstelling (bijv. 1/16 of 1/32) en maak een testschot. Pas de flitser op of naar beneden totdat de belichting correct is. Gebruik het histogram van uw camera om u te begeleiden. Streef naar een histogram dat naar rechts is gecentreerd of enigszins (vermijd kniphoogtepunten).
6. Focus: Concentreer u voorzichtig op de ogen van het onderwerp.
7. Neem het schot: Communiceer met uw onderwerp om een ontspannen en plezierige ervaring te creëren.
8. Review en aanpassen: Onderzoek de afbeelding op het LCD -scherm van uw camera. Let op de belichting, schaduwen en hoogtepunten. Pas indien nodig de flashvermogen, positie of camera -instellingen aan.
9. Gebruik een reflector: Plaats een reflector om licht terug in de schaduw te stuiteren, waardoor een meer flatterend en uitgebalanceerd beeld ontstaat.
v. Tips voor fantastische portretten
* zacht licht is je vriend: Hoe groter de lichtbron ten opzichte van het onderwerp, hoe zachter het licht zal zijn. Experimenteer met verschillende modificaties en afstanden om de gewenste zachtheid te bereiken.
* het licht veder: Richt de modificator niet rechtstreeks op uw onderwerp. In plaats daarvan, hoek het iets weg (bevedering) om een meer geleidelijke en vleiende lichte falloff te creëren.
* Let op aan vangst: De kleine hoogtepunten in de ogen van het onderwerp (vangst) voegen leven en schitteren aan het portret. Plaats uw lichtbron om aangename vanglichten te creëren.
* Experimenteer met verschillende poses en hoeken: Wees niet bang om verschillende poses en hoeken te proberen om de meest flatterende look voor uw onderwerp te vinden.
* Oefen, oefen, oefen: De beste manier om uw portretfotografie -vaardigheden te verbeteren, is om regelmatig te oefenen. Experimenteer met verschillende verlichtingsinstellingen, modificatoren en camera -instellingen om te vinden wat het beste voor u werkt.
* Bewerk uw foto's: Gebruik fotobewerkingssoftware (bijv. Adobe Lightroom, Photoshop) om de belichting, kleur en scherpte van uw portretten te verfijnen.
vi. Veel voorkomende problemen en oplossingen
* harde schaduwen: Gebruik een grotere lichtbron (grotere modificator of verplaats het licht dichterbij) of een reflector om de schaduwen in te vullen.
* Red-Eye: Vermijd directe flash op de camera. Stuiter de flits van een oppervlak of gebruik off-camera flits.
* overbelichte portretten: Verminder de flitsvermogen, verhoog de sluitertijd (als omgevingslicht te helder is) of vermindert het diafragma (kleinere opening).
* onderbelichte portretten: Verhoog de flitstroom, verminder de sluitertijd (zorgvuldig, verblijf op of onder synchronisatiesnelheid) of verhoog het diafragma (bredere opening).
* platte verlichting: Voeg meer dimensie toe door meer scheiding te creëren tussen het onderwerp en de achtergrond. Gebruik een randlicht of snoot.
Door deze principes te begrijpen en regelmatig te oefenen, kunt u fantastische portretten maken met slechts één flits. Vergeet niet om te experimenteren, creatief te zijn en plezier te hebben! Succes!