i. Inzicht in het doel:
Laten we, voordat we beginnen, definiëren wat we bedoelen met "zacht portret":
* Gladde huid: Verminderde textuur en vlekken, verzachtte huidtinten.
* zachte hoogtepunten: Verminderde hardheid, zachtere overgangen.
* Verhoogde duidelijkheid (zorgvuldig): Spaarzaam gebruikt om een vleugje scherpte toe te voegen zonder hardheid.
* lichte warmte: Vaak voegt een vleugje warmte een aangename uitstraling toe aan portretten.
* Subtiel contrast: Verminderd algemeen contrast voor een zachter gevoel.
* zachte tonen: Geen overdreven verzadigde of opgeblazen kleuren.
ii. Beginnend met een basisafbeelding:
* Kies een portretafbeelding die u wilt bewerken. Het is het beste om een afbeelding te gebruiken die goed blootgesteld en correct is gericht als uitgangspunt.
iii. Lightroom 4 aanpassingen:
1. Basispaneel:
* Temperatuur: +2 tot +7. Pas aan om een lichte warmte toe te voegen. Ga hoger voor meer warmte. Kijk uit voor onnatuurlijke huidtinten.
* tint: +0 tot +3. Pas aan op basis van de eerste witbalans van uw foto. Voeg groen toe om Magenta en Magenta te bestrijden om groen te bestrijden.
* belichting: Pas indien nodig aan voor de juiste blootstelling. Enigszins overbelicht kan helpen bij de zachte look (+0,10 tot +0.30).
* Contrast: -10 tot -25. Verminder contrast om de algehele look te verzachten. Begin bij -15 en pas indien nodig aan.
* Hoogtepunten: -15 tot -30. Verzacht de hoogtepunten om hardheid te voorkomen. U kunt lager gaan als de hoogtepunten worden opgeblazen.
* schaduwen: +5 tot +15. Open de schaduwen om meer details te onthullen.
* wit: +3 tot +8. Een lichte toename kan een subtiele gloed toevoegen, maar wees voorzichtig om geen hoogtepunten uit te blazen.
* zwarten: -5 tot -10. Blacks voorzichtig verminderen om een modderige look te voorkomen.
* Duidelijkheid: +3 tot +8. Dit is een * zeer * kleine aanpassing. Gebruik met voorzichtigheid. Te veel zal de zachte look verpesten. De exacte hoeveelheid hangt af van de afbeelding. Het zou detail moeten verbeteren zonder hardheid toe te voegen.
2. Tooncurve -paneel:
* puntcurve: Een subtiele S-curve wordt vaak gebruikt bij het bewerken van portret, maar overweeg voor een zachte look een zeer zachte S-curve of zelfs een lichte afvlakking van de curve:
* Sleep het punt van links links enigszins omhoog.
* Sleep het rechter-rechterpunt enigszins naar beneden.
* Voeg een punt toe aan de curve en trek hem enigszins omhoog en voeg een overeenkomstig punt op de curve iets eronder toe en trek een beetje naar beneden.
* alternatief: Gebruik de regio -schuifregelaars:
* Hoogtepunten: Lichte afname (-5 tot -10) kunnen de hoogtepunten verder verzachten.
* Lichten: Lichte toename (+5 tot +10) kan de midtonen opvrolijken.
* Darks: Lichte afname (-5 tot -10) om de overgang tussen midtonen en schaduwen te verzachten.
* schaduwen: Lichte toename (+5 tot +10) om de schaduwdetails te openen.
3. HSL / kleurpaneel:
* Luminance:
* oranje: +5 tot +15. Verhoog de luminantie van sinaasappel om huidtinten op te helderen.
* geel: +3 tot +10. Verhoog de luminantie van geel om het te laten knallen.
* rood: +3 tot +10. Verhoog de luminantie van rood om het te laten knallen.
* Verzadiging:
* oranje: -3 tot -8. Verminder de verzadiging van sinaasappel als huidtinten overdreven verzadigd lijken.
* geel: -3 tot -8. Verminder de verzadiging van geel als huidtinten overdreven verzadigd lijken.
* rood: -3 tot -8. Verminder de verzadiging van rood als huidtinten overdreven verzadigd lijken.
* tint: Maak indien nodig subtiele aanpassingen aan huidtinten. Het enigszins schakelen van oranje naar rood of geel kan nuttig zijn, maar gebruik spaarzaam.
4. Split toningpaneel: (Optioneel)
* Een subtiel gesplitst toningseffect kan een unieke stemming toevoegen. Experimenteer met:
* Hoogtepunten: Tint rond 35-45 (geel/oranje), verzadiging rond 3-5.
* schaduwen: Tint rond 220-230 (blauw/paars), verzadiging rond 3-5.
* balans: Pas de balansschuif aan om de hoogtepunten of schaduwen te bevoordelen, afhankelijk van de gewenste look. Een lichte positieve waarde (naar hoogtepunten) heeft vaak de voorkeur voor een zachte look.
5. Detailpaneel:
* Slijpen: Verminder de hoeveelheid slijpen.
* Bedrag: 20-40. Begin laag.
* straal: 0,5-0,7. Houd de straal laag voor een subtiel slijpeffect.
* detail: 20-30. Verminder dit om te voorkomen dat ongewenste texturen worden toegevoegd.
* maskeren: 40-60. Maskeren helpt om slijpen in gebieden zoals de huid te voorkomen.
* Ruisreductie: Breng een kleine hoeveelheid luminantie -geluidsreductie aan op gladde huid.
* Luminance: 5-15. Verhoog geleidelijk totdat het geluid wordt verminderd maar details nog steeds behouden.
* kleur: 10-20. Helpt bij het verwijderen van kleurgeluid.
6. Paneel voor lenscorrecties: (Optioneel)
* Schakel "Verwijder chromatische aberratie" en "Profielcorrecties inschakelen". Dit corrigeert lensvervormingen en vignetting. Dit is over het algemeen een goede gewoonte, ongeacht de portretstijl.
7. Paneel voor effecten: (Optioneel)
* vignet: Voeg een subtiel vignet (positief of negatief) toe om de aandacht op het onderwerp te vestigen. Voor zachte portretten kan een licht positief vignet (het ophelderen van de randen) soms het dromerige gevoel verbeteren.
* graan: Voeg niet toe om graan toe te voegen voor een zachte portretlook.
iv. De preset opslaan:
1. Klik op het paneel "Presets" (meestal aan de linkerkant).
2. Klik op de knop "+" bovenaan het paneel.
3. Kies "Maak vooraf ingesteld ..."
4. Geef uw vooraf ingestelde een beschrijvende naam (bijv. "Zacht portret - subtiele warmte").
5. Kies zorgvuldig welke instellingen in de voorinstelling moeten worden opgenomen. Belangrijk: * Uitschroeven* Instellingen die specifiek zijn voor de afbeelding die u hebt bewerkt (zoals belichting, als u deze alleen hebt aangepast om de originele afbeelding te corrigeren). Over het algemeen moet u opnemen:
* Basistoon (temperatuur, tint, contrast, hoogtepunten, schaduwen, blanken, zwarten, helderheid)
* Tooncurve
* HSL/kleur
* Split -toning (indien gebruikt)
* Detail (slijpen, geluidsreductie)
* Lenscorrecties (als u deze automatisch wilt toepassen)
* Effecten (vigneting, indien gebruikt)
6. Klik op "Maken."
v. Het toepassen en aanpassen van de voorinstelling:
1. Selecteer een ander portretafbeelding.
2. Klik op uw nieuw gemaakte vooraf ingestelde.
3. Cruciaal: * Pas de vooraf ingestelde instellingen aan om aan de individuele afbeelding te passen.* Elke foto is anders en u moet waarschijnlijk de belichting, witbalans en andere instellingen aanpassen om het gewenste resultaat te bereiken. Pas niet zomaar de voorinstelling toe en verwacht perfectie.
vi. Tips en overwegingen:
* huidtint: Let altijd goed op de huidtinten. Gebruik het HSL-paneel om ze te verfijnen.
* subtiliteit is de sleutel: Zachte portretten gaan over subtiliteit. Vermijd extreme aanpassingen.
* Experiment: Wees niet bang om te experimenteren met verschillende instellingen en combinaties.
* Borstelgereedschap: Overweeg het gebruik van de aanpassingsborstel om het verzachtingseffect van de huid verder te verfijnen. U kunt de helderheid en scherpte specifiek op de huid verminderen.
* Afgestudeerd filter: Gebruik het afgestudeerde filter om de hoogtepunten in de lucht of achtergrond voorzichtig te verminderen voor een meer uitgebalanceerde look.
Voorbeeldinstellingen (startpunt):
Dit zijn *startpunten *. U moet ze voor elke afbeelding aanpassen.
* Temperatuur: +5
* tint: +2
* belichting: +0.15
* Contrast: -18
* Hoogtepunten: -25
* schaduwen: +10
* wit: +5
* zwarten: -7
* Duidelijkheid: +5
* tooncurve: Subtiele S-curve of afgeplatte curve
* oranje luminantie: +10
* sinaasappelverzadiging: -5
* Verscherpingshoeveelheid: 30
* Slijpende straal: 0,6
* Detail scherpen: 25
* Maskering slijpen: 50
* Luminance -ruisreductie: 8
Door deze stappen te volgen en te experimenteren met verschillende instellingen, kunt u een vooraf ingestelde "zacht portret" maken in Lightroom 4 die uw portretten een mooie, etherische look geeft. Vergeet niet dat oefening en aandacht voor detail cruciaal zijn om de beste resultaten te behalen. Succes!