Hier is een uitsplitsing van wat licht "goed" maakt voor portretten en hoe deze te gebruiken:
1. Kwaliteiten van goed licht:
* zacht licht: Dit wordt over het algemeen beschouwd als het meest vleiende licht voor portretten. Het is diffuus, waardoor geleidelijke overgangen tussen licht en schaduw ontstaan, harde lijnen minimaliseren en de onvolkomenheden van de huid verbergen. Denk aan licht dat afkomstig is van een zwaar bewolkte dag of via een diffuser.
* Directioneel licht: Hoewel zacht licht ideaal is, is directioneel licht (zelfs als het zacht is) cruciaal. Het beeldhouwt het gezicht, voegt dimensie toe en kan specifieke functies benadrukken. Vooral side lighting is een klassieker voor portretten.
* Kleurtemperatuur: De kleurtemperatuur van het licht wordt gemeten in Kelvin (K). Zie het als de "warmte" of "koelte" van het licht.
* warm licht (2700K-3000K): Creëert een gezellig, uitnodigend en soms romantisch gevoel. Denk aan het licht van een zonsondergang of gloeilamp. Kunnen huidtinten warmer en meer verzadigd laten lijken.
* neutraal licht (5000K-6000K): Een meer uitgebalanceerd licht dat kleuren nauwkeurig weergeeft. Vaak gevonden in bewolkte dagen of diffuus daglicht.
* koel licht (6000k+): Creëert een fris, schoon en soms dramatisch gevoel. Denk aan licht op een heldere, zonnige dag. Kunnen huidtinten koeler en minder verzadigd laten lijken.
2. Soorten goed licht voor portretten:
* Natuurlijk licht:
* Open schaduw: De heilige graal van natuurlijke lichtportretten. Je bent in de schaduw, maar open voor de hemel. Biedt zacht, zelfs licht. Zoek naar gebieden onder bomen, luifels of aan de gearceerde kant van gebouwen.
* Gouden uur: Het uur na zonsopgang en het uur voor zonsondergang. Biedt warm, zacht en directioneel licht dat ongelooflijk vleiend is.
* bewolkte dagen: Creëert een enorme softbox in de lucht en biedt zelfs diffuus licht. Wees rekening met kleurencasts (meestal een blauwachtige tint).
* verlichte: Het onderwerp met het licht achter hen plaatsen (zon, raam, enz.). Creëert een prachtig randlicht rond het onderwerp en vereist vaak wat vullicht (reflector of flits) om het gezicht te verlichten.
* kunstlicht:
* softboxes: Deze creëren grote, diffuse lichtbronnen, die het effect van open schaduw nabootsen.
* paraplu's: Vergelijkbaar met softboxen maar vaak betaalbaarder en draagbaarder.
* reflectoren: Gebruikt om licht op het onderwerp te stuiteren, schaduwen in te vullen en helderheid toe te voegen.
* stromen/flitsen: Krachtige lichtbronnen die kunnen worden aangepast met softboxen, paraplu's of gels. Kan op de camera of off-camera worden gebruikt voor meer creatieve controle.
3. Hoe goed licht te gebruiken voor mooie portretten:
* Identificeer de lichtbron: Bepaal eerst waar het licht vandaan komt en de kwaliteit ervan. Is het zacht of moeilijk? Wat is de kleurtemperatuur?
* Plaats uw onderwerp: Dit is de sleutel. Experimenteer met verschillende hoeken ten opzichte van de lichtbron. Overwegen:
* hoek: Zijverlichting kan textuur en vorm benadrukken. Voorverlichting kan functies plat maken (gebruik met voorzichtigheid!). Achtergrondverlichting kan een prachtig randlicht creëren.
* Afstand: Hoe dichter de lichtbron, hoe zachter het licht.
* Hoogte: Het aanpassen van de hoogte van het licht kan de schaduwen op het gezicht drastisch veranderen.
* Gebruik vullicht (indien nodig): Als het licht te directioneel is, gebruik dan een reflector of vul de flits om de schaduwen op het gezicht op te fleuren. Streef naar subtiele vulling - u wilt de schaduwen niet volledig elimineren.
* Let op hotspots en harde schaduwen: Vermijd direct zonlicht, dat harde schaduwen en uitgeblazen hoogtepunten creëert (hotspots). Als je in direct zonlicht moet schieten, gebruik dan een diffuser of zoek een schaduwrijke plek.
* Let op de achtergrond: De achtergrond moet het onderwerp aanvullen, niet afleiden van het onderwerp. Een goed verlichte achtergrond kan diepte toevoegen, maar vermijd achtergronden die helderder zijn dan uw onderwerp.
* Witbalans: Stel de witbalans van uw camera in om overeen te komen met de lichtbron (daglicht, bewolkt, wolfraam, enz.) Om nauwkeurige kleuren te garanderen.
* Experiment! Wees niet bang om verschillende verlichtingsopstellingen en hoeken te proberen. De beste manier om te leren is door te doen.
* Begrijp lichtverhoudingen: De verhouding tussen het helderste deel van het onderwerp en het donkerste deel. Lagere verhoudingen (1:1, 1:2) Geef een plattere afbeelding. Hogere verhoudingen (1:4, 1:8) Voeg drama toe.
Samenvattend:
Goed licht in portretfotografie gaat over het creëren van een flatterend en suggestief beeld. Door de kwaliteiten van het licht te begrijpen, de lichtbron te identificeren en uw onderwerp zorgvuldig te positioneren, kunt u verbluffende portretten maken die de schoonheid en persoonlijkheid van uw onderwerp vastleggen. Wees niet bang om te experimenteren en je eigen stijl te vinden!