1. Inzicht in het doel:
* Motion Blur: Het primaire doel is om bewegingsonscherpte te introduceren. Dit kan zijn:
* Onderwerp Motion Blur: Het beweegt van het onderwerp vastleggen (dansen, rennen, wervelend haar).
* Achtergrondbeweging vervaging: De achtergrond vervagen om het onderwerp te benadrukken of een gevoel van snelheid/beweging te creëren.
* opzettelijke camerabeweging (ICM): De camera verplaatsen * terwijl * de opname maken om abstracte strepen van licht en kleur te creëren.
* Lichte paden: Het vastleggen van de paden van lichtbronnen in beweging (autoproplights, sterrplant).
* Ghosting: Het creëren van een semi-transparant, spookachtige verschijning van het onderwerp.
2. Camera -instellingen:
* opnamemodus:
* sluiterprioriteit (tv of s): Dit is over het algemeen de beste optie. U stelt de sluitertijd in en de camera past het diafragma aan om een correcte belichting te behouden.
* handleiding (m): Geeft u volledige controle over zowel sluitertijd als diafragma. Gebruik dit als u vertrouwen hebt in uw meet en wilt de belichting verfijnen. Overweeg om de meter van uw camera als gids te gebruiken.
* sluitertijd: *Dit is de sleutel.*
* Begin met experimenteren in het bereik van 1/60e tot 1/2 seconde . Dit is een goed uitgangspunt en zal waarschijnlijk beeldstabilisatie vereisen.
* For more dramatic blur, go even slower:1/4, 1/2, 1 second, or even longer (2-3 seconds or more) . Dit * vereist vrijwel zeker * een statief.
* De * ideaal * sluitertijd hangt volledig af van de hoeveelheid beweging die u wilt vastleggen, de snelheid van het onderwerp en de lichtomstandigheden. Experiment!
* diafragma:
* Het diafragma wordt bepaald door uw sluitertijd en ISO om een correcte blootstelling te bereiken.
* breder diafragma (f/2.8, f/4, f/5.6): Laat meer licht toe, wat mogelijk nodig is in situaties met weinig licht of bij het gebruik van snellere sluitertijden. Het creëert ook een ondiepe scherptediepte, waardoor uw onderwerp verder isoleert. Pas op dat het onderwerp volledig scherp is.
* kleiner diafragma (f/8, f/11, f/16): Laat minder licht binnen, nuttig voor heldere omstandigheden of wanneer u meer van de scène in focus wilt. U hebt echter waarschijnlijk een langere belichtingstijd nodig.
* ISO:
* Houd de ISO zo laag mogelijk (idealiter 100) om ruis te minimaliseren. Verhoog het * alleen * als u dat moet om een juiste blootstelling te bereiken met de gekozen sluitertijd en diafragma.
* Meetmodus:
* evaluatieve/matrixmeting: Goed voor algemene scènes, maar kan voor de gek gehouden worden door heldere hoogtepunten of donkere schaduwen.
* Spotmeting: Handig voor het meten op een specifiek punt in de scène, vooral als de verlichting lastig is.
* Middengewogen meting: Meer het midden van het frame en geeft minder gewicht aan de randen. Een goede all-round optie.
* Focusmodus:
* Single-Point AF (AF-S of one-shot): Useful for static subjects or when you want to precisely control the focus point.
* continue AF (AF-C of AI Servo): Het beste voor het verplaatsen van onderwerpen. De camera zal de focus continu aanpassen terwijl het onderwerp beweegt.
* beeldstabilisatie (is/vr):
* Schakel het in. Dit helpt om de camera -shake te verminderen, vooral bij langzamere sluitertijden. Het zal de beweging van het onderwerp niet elimineren, maar het kan helpen de achtergrond scherper te houden als * u * de camera niet opzettelijk verplaatst.
3. Uitrusting:
* camera: Elke DSLR, spiegelloze camera of zelfs een capabele smartphone met handmatige bedieningselementen.
* lens: De lenskeuze hangt af van het gewenste effect en de situatie. Een snelle lens (bijv. 50 mm f/1.8, 35 mm f/1.8) is nuttig bij weinig licht en zorgt voor een ondiepe scherptediepte.
* statief: * Essentieel* voor langzame sluitertijden (1/4 seconde of langzamer) om cameramake te voorkomen en scherpe elementen in uw afbeelding te krijgen.
* Neutrale dichtheid (ND) filter: Als u in fel zonlicht fotografeert, zal een ND -filter de hoeveelheid licht die de lens binnenkomt, verminderen, zodat u langzamere sluitertijden kunt gebruiken zonder de afbeelding te overbelichting. Variabele ND -filters zijn erg handig.
* Remote -release op afstand (optioneel): Vermindert de camera -shake bij het gebruik van een statief, vooral voor zeer lange blootstellingen.
4. Technieken en overwegingen:
* Panning: Verplaats de camera soepel om het onderwerp te volgen terwijl het beweegt. Het onderwerp zal relatief scherp zijn, terwijl de achtergrond zal worden vervaagd, waardoor een gevoel van snelheid ontstaat. Oefening is de sleutel!
* opzettelijke camerabeweging (ICM): Verplaats de camera * tijdens * de belichting. Experiment with different directions (horizontal, vertical, diagonal, circular) and speeds. Dit is het beste voor abstracte afbeeldingen of om een dromerige, etherische look te creëren.
* Onderwerpbeweging: Moedig uw onderwerp aan om op een specifieke manier te bewegen. Spinnen, dansen, haar gooien, springen - deze kunnen interessante bewegingsonscherpte creëren.
* verlichting:
* laag licht: Ideaal voor langzame sluitertijden. U hebt een bredere diafragma en/of hogere ISO nodig om te compenseren.
* fel licht: Gebruik een ND -filter om de hoeveelheid licht die de lens binnenkomt te verminderen.
* kunstlicht: Overweeg om continue verlichting te gebruiken in plaats van strobjes, omdat stromen een zeer korte uitbarsting van licht hebben die niet zal bijdragen aan de bewegingsonscherpte. Stringlichten, neonborden of licht schilderen kunnen interessante effecten veroorzaken.
* focus:
* Als u wilt dat het gezicht van het onderwerp scherp is, pre-focus op het gezicht en vertel het onderwerp om tijdens de blootstelling zo stil mogelijk te blijven.
* Volg het onderwerp om het onderwerp met uw camera te pannen en concentreer u terwijl u in de pan komt.
* Voor ICM is focus vaak minder kritisch, omdat het beeld opzettelijk zal worden vervaagd.
* Ghosting: Laat het onderwerp in en uit het frame bewegen tijdens de belichting om een spookachtig effect te creëren. Dit vereist oefening om de timing goed te krijgen.
* Samenstelling: Let op de algehele samenstelling van uw beeld. Toonaangevende lijnen, de regel van derden en negatieve ruimte kunnen allemaal het effect van de bewegingsonscherpte verbeteren.
* Experimenteren: Wees niet bang om te experimenteren! Probeer verschillende sluitertijden, openingen en technieken om te zien wat het beste voor u werkt. Maak veel foto's!
5. Step-by-Step Example (Panning a Subject):
1. Stel je schot in: Kies een locatie met een schone achtergrond waar het onderwerp vrij kan bewegen.
2. Stel uw camera in op Sluiter Priority (TV of S) -modus.
3. Kies een sluitertijd: Begin met 1/60e van een seconde en pas indien nodig aan.
4. Stel uw ISO in: Houd het zo laag mogelijk (100 of 200).
5. Stel uw focusmodus in op Continuous AF (AF-C of AI Servo).
6. Plaats uzelf en uw onderwerp.
7. Volg het onderwerp: Terwijl het onderwerp beweegt, leg je je camera soepel om ze te volgen.
8. Neem het schot: Druk soepel op de ontspanknop terwijl u pand.
9. Review en aanpassen: Controleer uw afbeelding en pas uw sluitertijd of panningtechniek aan.
Voorbeeld:een lichtportret maken
1. Locatie: Kies een donkere locatie. De nacht is ideaal.
2. Model: Laat het model een lichtbron vasthouden als een sterraf of een telefoonscherm.
3. statief: Gebruik een statief! Dit is essentieel.
4. Instellingen:
* modus: Handleiding (M)
* sluitertijd: Begin om 1 seconde. Pas indien nodig aan.
* diafragma: F/8 of f/11 (Balans Light and Sharpness).
* ISO: 100 of 200.
* focus: Focus op het model * Vóór * beginnen ze te bewegen. Handmatige focus werkt hier vaak het beste.
5. Uitvoering:
* Laat het model even stil staan, zodat je een enigszins scherp beeld van hun gezicht krijgt.
* Laat ze dan * langzaam * de lichtbron om hen heen beweegt. Ze kunnen vormen trekken, patronen maken of gewoon in een werveling verplaatsen.
* Experimenteer met verschillende bewegingspatronen en sluitertijden.
belangrijke tips:
* Oefening: Langzame sluitertijdfotografie is oefening. Word niet ontmoedigd als je eerste paar pogingen niet perfect zijn.
* Bekijk uw afbeeldingen: Controleer uw LCD -scherm na elke opname om te zien hoe de bewegingsonscherpte werkt. Pas uw instellingen indien nodig aan.
* Bewerk uw foto's: Natuurverwerking kan helpen het effect van de bewegingsonscherpte te verbeteren. Pas het contrast, scherpte en kleur aan zoals gewenst aan.
Door de principes van langzame sluitertijdfotografie te begrijpen en uw techniek te oefenen, kunt u verbluffende en creatieve portretbeelden maken die beweging vastleggen en een verhaal vertellen.