Korte focale lengtes (bijv. 24 mm, 35 mm):
* Perspectief vervorming: Objecten dichter bij de lens lijken veel groter dan die verder weg. Dit creëert een "uitgerekt" of "overdreven" look.
* Overdreven functies: De neus, wangen of voorhoofd kunnen onevenredig groot lijken in vergelijking met de rest van het gezicht.
* Verruimend effect: Gezichten zien er meestal breder en ronder uit.
* Achtergrondintegratie: De achtergrond wordt een prominenter onderdeel van het beeld en biedt context en omgeving.
* Nabijheid: Vereist vaak dat de fotograaf heel dicht bij het onderwerp staat, wat opdringerig kan aanvoelen en het comfort en de expressie van het onderwerp beïnvloedt.
Goed voor:
* Milieuportretten waar de omgeving belangrijk is.
* Het creëren van dynamische en dramatische beelden, die mogelijk nadruk leggen op karakter of onvolkomenheden.
* Abstract of artistieke portretten.
Niet ideaal voor:
* Vleiende, klassiek mooie portretten waar nauwkeurige gezichtsvertegenwoordiging gewenst is.
Gemiddelde brandpuntsafstand (bijv. 50 mm, 85 mm):
* Meer natuurlijk perspectief: De relatie tussen bijna en verre objecten is meer evenredig, wat resulteert in een meer realistische weergave van het gezicht.
* uitgebalanceerde functies: Functies verschijnen dichter bij hun werkelijke grootte en verhoudingen.
* aangename compressie: Subtiele compressie begint het gezicht enigszins te beperken, waardoor het meer gedefinieerd lijkt.
* Matige achtergrond vervaging (bokeh): Zorgt voor enige scheiding tussen het onderwerp en de achtergrond zonder ze volledig te isoleren.
Goed voor:
* Veelzijdige portretten voor headshots, halflichaamsopnames en algemene portretten.
* Het maken van aangename en flatterende beelden met een natuurlijke uitstraling.
* Echte uitdrukkingen vastleggen zonder significante vervorming.
Lange brandpuntsafstand (bijv. 100 mm, 135 mm, 200 mm+):
* Sterke compressie: De afstand lijkt ingekort, waardoor het gezicht van het onderwerp er smaller en platter uitziet. De achtergrond lijkt ook dichterbij en meer gecomprimeerd.
* smal gezicht: Maakt gezichten lijken slanker en hoekiger, waardoor de kaaklijn mogelijk is accentueren.
* Telelende compressie: Dit effect minimaliseert het grootteverschil tussen bijna en verre objecten.
* ondiepe scherptediepte: Creëert een zeer wazige achtergrond, isoleert het onderwerp en trekt de aandacht uitsluitend op hun gezicht.
* Afstand van het onderwerp: Hiermee kan de fotograaf verder weg zijn, waardoor een meer ontspannen en minder opdringerige schietomgeving wordt gecreëerd, wat leidt tot meer natuurlijke uitdrukkingen.
Goed voor:
* Vleiende portretten die onvolkomenheden minimaliseren en een meer verfijnde look creëren.
* Het onderwerp isoleren en de aandacht vestigen op hun ogen.
* Openhartige portretten van een afstand.
Niet ideaal voor:
* Milieuportretten waar context belangrijk is.
* Een gevoel van diepte of ruimte vastleggen.
Hier is een tabel die de belangrijkste verschillen samenvat:
| Feature | Korte brandpuntsafstand (bijv. 24 mm, 35 mm) | Gemiddelde brandpuntsafstand (bijv. 50 mm, 85 mm) | Lange brandpuntsafstand (bijv. 100 mm, 135 mm+) |
| ------------------- | -------------------------------------- | -------------------------------------- | ------------------------------------------ |
| Perspectief | Vervormd, overdreven | Natuurlijk, evenwichtig | Gecomprimeerd, afgeplatte |
| Gezichtsvorm | Bredere, ronder | Natuurlijk, enigszins gedefinieerd | Smaller, slanker |
| Kenmerken | Overdreven, onevenredig | Evenwichtig, proportioneel | Minimaliseerde onvolkomenheden |
| Achtergrond | Prominent, geïntegreerd | Matige vervaging | Extreem vervaagd, geïsoleerd |
| Afstand | Dicht bij onderwerp | Matige afstand | Verre van onderwerp |
| Het beste gebruikt voor | Milieu, dramatische portretten | Veelzijdige, natuurlijke portretten | Flatterende, geïsoleerde portretten |
Belangrijke overwegingen:
* Schietafstand: Zelfs met dezelfde brandpuntsafstand zal het veranderen van de afstand in het onderwerp het perspectief beïnvloeden. Dichter bij het onderwerp gaan overdrijft het perspectief, terwijl verder weggaan het comprimeert.
* sensorgrootte (gewasfactor): Een camera van de gewassensor zal de brandpuntsafstand vergroten, waardoor een lens van 50 mm effectief werkt als een langere focuslengte lens (bijv. Een 75 mm lens op een 1,5x gewassensor).
* Persoonlijke voorkeur: Uiteindelijk hangt de beste brandpuntsafstand voor portretten af van uw artistieke visie en de look die u wilt bereiken. Experimenteer en ontdek wat het beste werkt voor uw stijl en uw onderwerpen.
Concluderend, het begrijpen van de focale lengte van invloed is op het perspectief en compressie is cruciaal voor het creëren van flatterende en impactvolle portretten. Experimenteer met verschillende brandpuntsafstand om degenen te vinden die het beste bij uw artistieke visie passen en u helpen de gewenste look voor uw onderwerpen te bereiken. Vergeet niet om ook te overwegen de schietafstand en de sensorgrootte.