Het kernidee:zoek naar de vormen van licht en schaduw
In plaats van te denken aan "goed" licht versus "slecht" licht, train je je oog om de vormen te zien Licht creëert. Het licht zelf vertelt u hoe u uw onderwerp moet positioneren.
De tip:focus op de neusschaduw
De schaduw die door de neus wordt gegoten, is een fantastische indicator van de richting en kwaliteit van het licht, en is vooral goed voor beginners omdat het er altijd is en relatief gemakkelijk te zien.
Hier is hoe het te gebruiken:
1. Observeer de neusschaduw: Voordat je er zelfs aan denkt om een foto te maken, kijk je naar de schaduw die door de neus van je onderwerp wordt gegoten. Vraag jezelf af:
* Waar valt de schaduw? Is het rechts, rechts, recht naar beneden of bijna niet bestaand? Dit vertelt u meteen waar de lichtbron is in verband met uw onderwerp.
* Hoe gedefinieerd (scherp) is de schaduw? Een scherpe, knapperige schaduw betekent dat de lichtbron klein en direct is (denk aan direct zonlicht of een kale lamp). Een zachte, diffuse schaduw betekent dat het licht groter en zachter is (denk aan bewolkte dag of licht van een groot oppervlak stuiterde).
* Hoe donker is de schaduw? Een zeer donkere schaduw suggereert een sterke, ongediffuste lichtbron. Een lichtere schaduw geeft zachtere of meer vullicht aan.
2. Plaats uw onderwerp op basis van de neusschaduw (en de algehele schaduwen):
* "Rembrandt Lighting" (klassieke portretlook): Streef naar een kleine driehoek van licht op de wang tegenover de neusschaduw. Om dit te bereiken, positioneer je onderwerp op ongeveer een hoek van 45 graden in de lichtbron, of een licht iets aan de zijkant en hoger van je onderwerp. Dit creëert een aangename diepte en dimensie.
* gelijkmatige verlichting (voor de meesten flatterend): Plaats uw onderwerp zodat de neusschaduw erg flauw of bijna direct naar beneden is. Dit betekent vaak dat het licht van direct voor uw onderwerp komt of dat u een grote, diffuse lichtbron hebt. Dit minimaliseert harde schaduwen en kan erg flatterend zijn.
* Vermijd: Vermijd in het algemeen situaties waarin de neusschaduw direct weg wijst van de lichtbron over het hele gezicht. Dit kan onflatteuze schaduwen creëren onder de ogen en neus.
3. Beschouw de algehele schaduwen en hoogtepunten op het gezicht: Nadat je de neusschaduw hebt overwogen, kijk je naar de algehele vorm van het licht op het gezicht. Waar zijn de hoogtepunten (helderste plekken)? Waar zijn de schaduwen het diepst? Als de schaduwen te hard zijn, probeer dan je onderwerp in open schaduw te verplaatsen of gebruik een reflector om licht terug in de schaduwgebieden te stuiteren.
Voorbeeldscenario's en acties:
* scenario: Je bent buiten in fel zonlicht en de neusschaduw is scherp en lang en wijst sterk opzij. De schaduwen op het gezicht zijn diep en hard.
* Actie: Verplaats uw onderwerp in de schaduw van een gebouw of boom. Dit zal het licht verzachten en meer flatterende schaduwen creëren. Als je ze niet in schaduw kunt verplaatsen, probeer dan een reflector te gebruiken om wat licht terug in de schaduw te stuiteren.
* scenario: Je bent binnenshuis bij een raam. De neusschaduw is zacht en wijst iets naar beneden.
* Actie: Dit is al best goed! Experimenteer met het enigszins roteren van uw onderwerp om te zien hoe het licht op hun gezicht valt. Misschien wilt u een reflector gebruiken om een aanraking meer licht toe te voegen aan de schaduwzijde.
* scenario: De neusschaduw is bijna onzichtbaar. De verlichting is erg gelijk, maar het gezicht ziet er een beetje plat uit.
* Actie: Introduceer enige dimensie door de lichtbron iets naar een kant of hoger te verplaatsen, of door een tweede, dimmer lichtbron vanuit een andere hoek toe te voegen.
Waarom dit werkt:
* eenvoudig en bruikbaar: Het geeft je een concreet ding om naar te zoeken (de neusschaduw) en een duidelijke instructie (positie aanpassen op basis van de schaduw).
* Foundation voor leren: Zodra je de neushaduw onder de knie hebt, begin je natuurlijk andere nuances van licht en schaduw op het gezicht op te merken.
* Overal van toepassing: Deze tip werkt in elke verlichtingssituatie, of u nu natuurlijk licht of kunstlicht gebruikt.
Belangrijke herinneringen:
* Experiment: Wees niet bang om uw onderwerp te verplaatsen en te zien hoe het licht verandert. Maak testopnames en observeer de resultaten.
* subjectiviteit: "Goed" licht is subjectief. Wat er goed uitziet, hangt af van de look waar je voor gaat en de persoon die je fotografeert.
* Oefening: Hoe meer je oefent, hoe beter je wordt in het zien en gebruiken van licht.
Door je te concentreren op de neusschaduw, krijg je een veel beter begrip van hoe licht je portretten beïnvloedt en hoe je je onderwerp kunt positioneren voor de meest vleiende resultaten. Succes!