De snelle tip:train je oog met een 3D -object
In plaats van onmiddellijk te proberen het licht op een menselijk gezicht te analyseren, begin je met iets eenvoudigers:
1. Zoek een eenvoudig 3D -object: Een appel, een sinaasappel, een honkbal, een koffiemok of zelfs je eigen vuist zal werken. Zorg ervoor dat het een vrij glad, mat oppervlak heeft, zodat u de variaties in licht en schaduw duidelijk kunt zien.
2. Observeer in natuurlijk licht: Plaats uw object in de buurt van een raam of in open schaduw (niet direct zonlicht). Gebruik eerst geen kunstlicht.
3. Analyseer de schaduwen: Kijk naar het object en * probeer echt * te zien:
* Hoogtepunten: De helderste delen van het object waar licht het meest direct slaat.
* Midtones: De gebieden die wat licht ontvangen, maar niet de slimste zijn.
* schaduwen: De donkere gebieden waar het licht is geblokkeerd.
* Core Shadow: Het donkerste deel van de schaduw, meestal het dichtst bij de rand van het object dat weg is van de lichtbron.
* gereflecteerd licht: Kijk goed in het schaduwgebied. Je ziet vaak een subtiel, zachter licht dat terug stuitert van nabijgelegen oppervlakken (muren, tafels, enz.). Dit is *gereflecteerd licht *of *bounce licht *. Dit is cruciaal voor portretten omdat het dimensie toevoegt en voorkomt dat de schaduwgebieden volledig zwart zijn.
4. Verplaats het object (of uzelf): Wijzig de positie van het object ten opzichte van de lichtbron (of verander uw kijkhoek). Merk op hoe de hoogtepunten, schaduwen en gereflecteerde licht *verschuiving *. Dit is de sleutel! Begrijp hoe de * hoek * van het licht het * uiterlijk * van het object verandert.
5. Herhaal: Doe deze oefening regelmatig. Hoe meer je oefent, hoe beter je wordt in het "zien" van het licht.
Waarom dit werkt (en hoe het op portretten toe te passen)
* vereenvoudigt het probleem: Een 3D -object is gemakkelijker te analyseren dan een complex menselijk gezicht.
* Bouwt visuele geletterdheid op: Je traint je oog om lichtpatronen te herkennen en hoe ze de vorm en vorm beïnvloeden.
* is van toepassing op gezichten: Een menselijk gezicht is ook een 3D -object! Dezelfde principes van hoogtepunten, schaduwen en gereflecteerd licht zijn van toepassing. Zodra u begrijpt hoe licht werkt op een eenvoudig object, kunt u die kennis vertalen naar het zien van het licht op het gezicht van een persoon. Denk aan de jukbeenderen, neus en voorhoofd als vergelijkbaar met de rondingen en oppervlakken van uw appel.
Tips om dit te gebruiken met mensen
* Zoek naar de vanglichten: De vanglichten zijn de kleine reflecties van licht in de ogen van het onderwerp. Ze brengen de ogen tot leven. Zorg ervoor dat je ze altijd hebt.
* Let op de schaduwvorm op de neus: De vorm van de schaduw op de neus kan het uiterlijk van het gezicht dramatisch beïnvloeden. Een korte, kleine schaduw is vaak meer vleiend dan een lange, harde, harde.
* Let op de schaduw onder de kin: Te veel schaduw onder de kin kan de nek er kort uitzien en het gezicht ziet er zwaar uit.
* Experimenteer met lichtpositie: Probeer het licht vanuit verschillende hoeken te laten komen (boven, opzij, achter). Zie hoe het de stemming en de vorm van het gezicht verandert.
* Begrijp de directionaliteit van het licht. Hard licht (direct zonlicht) creëert harde schaduwen, terwijl zacht licht (bewolkte dag) een zachte gloed creëert met geleidelijke overgangen van licht naar donker.
Beyond the Basics
* Bestudeer portretten die je leuk vindt: Analyseer de verlichting in portretten die u bewondert. Waar zijn de hoogtepunten? Waar zijn de schaduwen? Wat voor soort stemming creëert de verlichting?
* Oefen, oefen, oefen: Hoe meer je schiet, hoe beter je wordt in het zien en manipuleren van licht.
Door deze oefening consequent te oefenen en de principes toe te passen op uw portretfotografie, verbetert u snel uw vermogen om het licht te zien en te beheersen en meer dwingende en vleiende portretten te creëren. Succes!