De kernpunt:zoek naar geleidelijke overgangen (zachte schaduwen)
De sleutel tot het spotten van goed licht voor portretten is om te zoeken naar gebieden waar het licht overgaat * soepel * van helder naar donker. We willen zachte schaduwen, geen harde lijnen.
Hier is de uitsplitsing:
1. Wat te vermijden (harde licht):
* Direct zonlicht: Dit is meestal * niet * je vriend. Het creëert diepe, harde schaduwen en scheel. Tenzij u * specifiek * weet hoe u ermee kunt werken, blijft u duidelijk. Denk aan het midden van de dag in de volle zon.
* Direct Flash (on-camera): Net als direct zonlicht, is het meestal plat en onflatteus.
2. Waar naar op zoek te gaan (zacht licht):
* bewolkte dagen: Bewolde dagen zijn de beste vriend van een fotograaf. De wolken gedragen zich als een gigantische softbox, die het licht verspreiden en alles zelfs en aangenamer laten lijken. Geen harde schaduwen!
* Open schaduw: Dit is de heilige graal wanneer de zon * is * uit. Stel je voor dat je onderwerp in de schaduw van een gebouw staat, maar nog steeds wordt geconfronteerd met een open ruimte (geen donkere steeg). Het licht is verspreid en creëert zachte schaduwen.
* raamlicht: Plaats uw onderwerp bij een raam, maar niet * direct * in het zonlicht dat erdoorheen stroomt. Het licht dat door het raam filtert, wordt zacht en mooi. Bonus:als het venster een puur gordijn heeft, verzacht dat het licht nog verder.
3. Hoe u uw oog traint:
* Kijk naar de schaduwen: In plaats van je te concentreren op de heldere gebieden, let je op de schaduwen op het gezicht van je onderwerp. Zijn ze donker en scherp gedefinieerd (slecht)? Of zijn ze zacht en geleidelijk (goed)?
* Oefening: De beste manier om te leren is om te experimenteren. Maak foto's in verschillende verlichtingsomstandigheden en vergelijk de resultaten. Je begint snel een oog voor goed licht te ontwikkelen. Zelfs het observeren van hoe licht op objecten om je heen valt, zal helpen.
Voorbeeldscenario:
Stel je voor dat je op een zonnige dag een portret buitenshuis neemt.
* slecht: Uw onderwerp staat in direct zonlicht. Hun gezicht is half helder, half-donker, en ze knijpen.
* Goed: Verplaats uw onderwerp naar de schaduw van een boom (maar geen dicht, donker bos). Het licht op hun gezicht zal veel gelijkler zijn en flatteren.
Samenvattend:
* Vermijd: Direct zonlicht en directe flits.
* Zoek: Bewolde dagen, open schaduw en zacht raamlicht.
* focus: Zoek naar zachte, geleidelijke overgangen in de schaduw.
* Oefening: Experimenteer en observeer het licht om je heen.
Dit is slechts een startpunt, maar het zou u een solide basis moeten geven voor het begrijpen en werken met licht in portretfotografie. Succes!