Zie het als de 'Inleiding tot de buurt' van de film. Het helpt het publiek te begrijpen:
* waar ze zijn: Een stadsbeeld van New York City, een woestijnlandschap, een rustige straat in de voorsteden.
* Wanneer de scène plaatsvindt: Een met sneeuw bedekt bos impliceert de winter, een zonnig strand suggereert de zomer, een bruisende straatmarkt kan duiden op overdag.
* De algehele sfeer of stemming: Een donker en stormachtig kasteel suggereert een gevoel van onheilspellend, een helder verlicht stadsplein kan opgewekt zijn.
Key -kenmerken van een schot instellen:
* breed/lange schot: Toont meestal een groot gebied, waardoor kijkers de algehele omgeving kunnen begrijpen.
* stelt de context in: Biedt noodzakelijke informatie over de locatie en vaak het tijdstip van de dag of het jaar.
* vaak aan het begin van een scène: Meestal gebruikt aan het begin van een nieuwe scène om het publiek hun lagers te geven.
* kan een enkele opname of een montage zijn: Hoewel vaak een enkele opname, kan het ook een reeks opnamen zijn om meer informatie over de setting over te brengen.
* mag niet altijd tekens bevatten: Hoewel ze soms kunnen, is het belangrijkste doel om de locatie en de tijd vast te stellen
Voorbeelden:
* De Eiffeltoren om een scène in Parijs op te zetten.
* Een schot van een afgelegen hut in het bos om een afgelegen locatie te vestigen.
* Een schot van een bruisende stadsstraat om een drukke stedelijke omgeving te vestigen.
Doel:
* oriëntatie: Helpt het publiek de setting van de scène te begrijpen.
* onderdompeling: Tekent de kijker in de wereld van de film.
* stelt de toon in: Kan de emotionele reactie van het publiek op de scène beïnvloeden.
* Biedt context: Voegt diepte en betekenis toe aan de daaropvolgende actie.
Hoewel voornamelijk aan het begin van een scène wordt gebruikt, kan het opzetten van foto's later ook in een film worden gebruikt om het publiek aan de locatie te herinneren of om een verandering in de setting te tonen.