Hardwarebeperkingen:
* langzame computers: Stel je voor dat je photoshop op een computer probeert uit te voeren met een fractie van de verwerkingskracht en RAM die we nu hebben. Bewerkingen duurden eeuwen om weer te geven. Een groot bestand opslaan kan minuten duren, of zelfs *uren *.
* Beperkte opslag: Harde schijven waren klein en duur. Werken met afbeeldingen met hoge resolutie betekende zorgvuldig het beheren van ruimte en vereisen vaak meerdere diskettes.
* Monitors met lage resolutie: Het zien van een full-colour, gedetailleerde afbeelding was niet gegarandeerd. Veel gebruikers gebruikten nog steeds monitoren met beperkte kleurenpaletten en lage resoluties, waardoor nauwkeurige kleurcorrectie een echte uitdaging was.
* geen grafische kaartversnelling: De meeste verwerking werd gedaan door de CPU, waardoor het systeem enorm wordt belast en zelfs eenvoudige taken maken zoals zoomen en traag scrollen.
Softwarebeperkingen en workflow:
* Beperkte functies: In vergelijking met moderne Photoshop was 2.5 ongelooflijk basic. Zie het als misschien 10% van de functionaliteit die we nu hebben. Geen lagen zoals we ze kennen, geen aanpassingslagen, geen content-bewust vulling, geen verfijnde filters.
* "Acties" waren zeer beperkte macro's: Acties waren al, maar ze waren erg basic en vaak kwetsbaar. Ze zouden gemakkelijk breken als je workflow zelfs enigszins zou veranderen.
* Geen geschiedenispalet: Een verkeerde zet, en je kon niet zomaar je weg terug "ongedaan maken". Je moest vaak terugkeren naar een opgeslagen versie (en bidden dat je onlangs had opgeslagen).
* Geen functies voor weboptimalisatie: Het internet stond nog in de kinderschoenen. Afbeeldingen opslaan voor het web vereiste handmatige tweaken en optimalisatie met behulp van afzonderlijke tools.
* Basiselectiehulpmiddelen: De tools met magische toverstok en selectiekader waren je primaire selectiewapens. Selecties bij het verfijnen was een nauwgezet proces, waarbij vaak een moeizame handmatige bewerking omvatte. Geen snelle selectie -tool, geen verfijnde rand!
* Beperkt kleurbeheer: Het krijgen van consistente kleuren op verschillende apparaten was een nachtmerrie. Kleurkalibratie was complex en duur.
De leercurve:
* Beperkte tutorials: Geen YouTube of enorme online bronnen. Leren Photoshop betekende het lezen van de handleiding (die vaak slecht geschreven was) en experimenteren door vallen en opstaan.
* dure training: Formele photoshop -trainingscursussen waren duur en vaak ontoegankelijk voor velen.
* Niet -intuïtieve interface: Hoewel baanbrekend op dat moment, was de interface onhandig en niet erg gebruiksvriendelijk volgens de normen van vandaag. Het ontdekken van functies omvatte vaak eindeloos menu -duiken.
* constant crashen: Softwarestabiliteit was niet wat het vandaag is. Photoshop 2.5 was vatbaar voor crashen, vaak zonder waarschuwing, wat leidde tot verloren werk en frustratie.
Conclusie:
Het gebruik van Photoshop 2.5 vereiste geduld, een goed begrip van de principes van beeldverwerking en een bereidheid om rond tal van beperkingen te werken. Het was een krachtig hulpmiddel voor zijn tijd, maar het was ook ver verwijderd van de gestroomlijnde, intuïtieve software die we vandaag leuk vinden. De vaardigheid die nodig was om professioneel ogende resultaten te produceren, was toen aanzienlijk. Het was meer dan alleen het kennen van de software; Het was het begrijpen van de onderliggende technische beperkingen en weten hoe ze erin moesten werken.