1. Begrijp de basis:
* Wat is een softbox? Een softbox is een lichtmodifier die het harde licht verspreidt en verzacht van een flits. Het bestaat uit een reflecterend binnenoppervlak, een diffusiepaneel (meestal witte stof) en een buitenste schaal om het licht te bevatten.
* Waarom een kleine softbox gebruiken?
* zachter licht: Verspreidt het licht over een groter gebied en vermindert harde schaduwen en hoogtepunten.
* Meer controle: Hiermee kunt u het licht vormgeven en sturen, waardoor specifieke effecten worden gecreëerd.
* draagbaarheid: Kleinere softboxen zijn gemakkelijker te transporteren en op te zetten dan grotere.
* Beperkingen van een kleine softbox:
* Kleinere lichtbron: Hoewel zachter dan directe flitser, creëert een kleine softbox nog steeds niet hetzelfde niveau van zachtheid als een grote softbox of natuurlijk raamlicht.
* Afstandsgevoeligheid: Het licht valt snel af, wat betekent dat afstand cruciaal is voor blootstelling en het uiterlijk van het licht.
2. Uitrusting die je nodig hebt:
* flash (speedlight): Dit is de primaire lichtbron.
* Kleine softbox: Kies er een die aan uw flits is bevestigd. Gemeenschappelijke maten variëren van 6 "x8" tot 16 "x22".
* Flash Bracket (optioneel maar sterk aanbevolen): Bevestigt de flits en softbox aan uw camera, zodat u het licht naar de zijkant en boven uw onderwerp kunt positioneren. Helpt bij het vermijden van rode ogen en harde schaduwen.
* Light Stand (optioneel maar nuttig): Hiermee kunt u de flits en softbox onafhankelijk van de camera positioneren.
* trigger (optioneel): Met een draadloze trigger kunt u de flits op afstand afvuren en meer flexibiliteit bieden in de plaatsing van het licht. Sommige camera's hebben ingebouwde flash-triggering.
* batterijen: Zorg ervoor dat uw flits en eventuele draadloze triggers volledig opgeladen zijn.
* camera: Met handmatige regeling over diafragma, sluitertijd en ISO.
3. Uw uitrusting instellen:
* Bevestig de softbox aan uw flits: Volg de instructies die bij uw specifieke softbox zijn geleverd. De meeste bevestigen met riemen, klittenband of specifieke montagesystemen.
* Monteer de flits en softbox:
* on-camera (met behulp van een beugel): De flitsbeugel maakt verbinding met de statiefbevestiging van uw camera. Bevestig de flits en softbox op de beugel. Pas de beugel aan zodat de softbox iets boven en aan de zijkant van uw lens wordt geplaatst.
* Off-camera (met behulp van een lichtstand en trigger): Monteer de flits en softbox op de lichtstandaard. Bevestig de draadloze trigger -ontvanger op de flits en de zender op de hotschoen van uw camera.
* Plaats uw onderwerp: Denk na over de achtergrond en hoe deze zal omgaan met het licht.
4. Camera -instellingen (startpunten):
* modus: Handmatige (M) -modus wordt aanbevolen voor volledige controle.
* diafragma: Begin met een breed diafragma zoals f/2.8 of f/4 voor een ondiepe scherptediepte en een wazige achtergrond. Verhoog het diafragma (f/5.6, f/8) Als u meer van uw onderwerp in focus wilt.
* sluitertijd: Synchronisatiesnelheid is cruciaal. Vind de flash -synchronisatiesnelheid van uw camera (meestal ongeveer 1/200ste of 1/20e van een seconde). Gebruik die snelheid of langzamer. Het gebruik van een snellere sluitertijd kan resulteren in een zwarte band over uw afbeelding.
* ISO: Begin met een lage ISO zoals 100 of 200 om ruis te minimaliseren. Verhoog het alleen indien nodig om het algehele beeld op te vrolijken.
* Witbalans: Stel dit in op de juiste instelling voor uw lichtomstandigheden (bijv. Flash, Daylight, Cloudy).
* Schieten in Raw: Leg uw afbeeldingen vast in RAW-indeling voor maximale flexibiliteit bij het werken.
5. Flash -instellingen (handmatige flitsbesturing is sleutel):
* Power: Dit is de belangrijkste instelling. Begin met laag vermogen (bijv. 1/16, 1/32) en verhoog het geleidelijk totdat u de gewenste blootstelling bereikt. Het aanpassen van flashvermogen is veel nauwkeuriger dan het aanpassen van de ISO.
* ttl (door-de-lens): Hoewel TTL in sommige situaties kan werken, heeft * handmatige flashbesturing * de voorkeur voor consistente en voorspelbare resultaten. Schakel TTL voor nu uit.
* zoom: De zoominstelling op de flitskop beïnvloedt de verspreiding van het licht. Experimenteer met inzoomen in (smallere balk) en uitzoomen (bredere balk) om te zien hoe het het licht beïnvloedt. Uitzoomen is over het algemeen beter met een softbox.
6. Het schieten en aanpassen:
1. Maak een testschot: Bekijk de afbeelding op het LCD -scherm van uw camera.
2. Evalueer de belichting:
* te donker: Verhoog de flitstroom, verhoog ISO of verbreed uw diafragma.
* te helder: Verminder de flitskracht, verminder ISO of bepleit uw diafragma.
3. Evalueer de lichtkwaliteit:
* schaduwen te hard: Verplaats de softbox dichter bij uw onderwerp of probeer het licht van een reflector te stuiteren. Overweeg in de toekomst een grotere softbox.
* Licht te plat: Verplaats de softbox verder weg van uw onderwerp om meer directioneel licht te creëren. Of, veer het licht (wijs de softbox iets weg van het onderwerp) om een meer geleidelijke falloff te creëren.
4. Evalueer de poseren en compositie: Pas de pose van uw onderwerp en de compositie van de camera aan om een meer aantrekkelijker beeld te maken.
5. Herhaal: Blijf testopnames maken en aanpassingen maken totdat u tevreden bent met de resultaten.
7. Belangrijkste tips en technieken:
* Afstand is belangrijk: Hoe dichter de softbox bij uw onderwerp is, hoe zachter het licht zal zijn. Te dichtbij komen kan echter ongelijke verlichting creëren.
* het licht bevredigen: In plaats van de softbox rechtstreeks op uw onderwerp te richten, heb u deze iets weg. Dit creëert een zachtere, meer geleidelijke lichte falloff en voorkomt hotspots.
* Gebruik een reflector: Een reflector kan licht terug in de schaduwen stuiteren, het licht verder verzachten en vulling toevoegen. Witte, zilveren en goudreflectoren bieden verschillende effecten.
* Achtergrondoverwegingen: Let op de achtergrond. Donkere achtergronden zullen het licht op uw onderwerp benadrukken, terwijl lichte achtergronden meer licht terug in de scène zullen stuiteren.
* Experiment: Wees niet bang om te experimenteren met verschillende posities, hoeken en krachtinstellingen. Hoe meer je oefent, hoe beter je zult begrijpen hoe je een kleine softbox effectief kunt gebruiken.
* Natuurverwerking: Stel uw afbeeldingen bij in post-verwerkingssoftware zoals Adobe Lightroom of leg er een vast. Pas blootstelling, contrast, witbalans en kleur aan om de uiteindelijke look te bereiken die u wilt.
Voorbeeldscenario:headshot in een kleine kamer
1. Onderwerp: Een paar voet van een gewone muur staan.
2. apparatuur: Camera, Flash, Small Softbox, Flash Bracket.
3. Setup: Flash en softbox bevestigd aan de beugel, iets boven en links van de camera geplaatst.
4. Camera -instellingen: Handmatige modus, f/2.8, 1/200ste sec, ISO 200.
5. Flash -instelling: Manual, begin bij 1/8 vermogen.
6. proces: Neem een testschot, pas de flash power indien nodig aan. Als schaduwen te hard zijn, kom dan dichterbij of voeg een reflector toe. Als de achtergrond afleidt, vervaagt u deze verder met behulp van een bredere opening.
Problemen oplossen:
* Red-Eye: Zorg ervoor dat de flits ver genoeg weg van de lens is geplaatst. Een flash -beugel zal dit aanzienlijk verminderen.
* hotspots: Veder het licht of verplaats de softbox verder weg van uw onderwerp.
* ongelijke verlichting: Zorg ervoor dat het onderwerp gelijkmatig wordt verlicht door de softbox.
* zwarte band in de afbeelding: Uw sluitertijd is sneller dan de flash -synchronisatiesnelheid van uw camera.
Door deze stappen te volgen en regelmatig te oefenen, kunt u de kunst beheersen van het gebruik van een kleine softbox om uw portretten te transformeren van gewoon naar buitengewoon. Succes!