1. Marktgrootte en vraag:
* Nicheproduct: Als de camera geschikt is voor een zeer klein segment van de markt (bijv. Een ongelooflijk gespecialiseerde tool voor wetenschappelijke beeldvorming), is het potentiële rendement op investeringen mogelijk niet de ontwikkelings- en marketingkosten waard.
* bestaande concurrentie: De markt is misschien al verzadigd met vergelijkbare camera's van andere fabrikanten, waardoor het moeilijk is om marktaandeel te krijgen. Een bedrijf kan ervoor kiezen om niet frontaal in een drukke ruimte te concurreren als ze geen uniek voordeel hebben.
* Dalende marktsegment: Als het specifieke type camera minder populair wordt (bijv. Basic point-and-shoot camera's vanwege de opkomst van smartphones), kunnen grote fabrikanten zich in plaats daarvan richten op groeiende gebieden.
2. Technologische haalbaarheid en kosten:
* Technologische beperkingen: De gewenste functies zijn op het huidige tijdstip mogelijk niet technologisch haalbaar, of de kosten voor het opnemen ervan kunnen onbetaalbaar zijn.
* productiekosten: Het maken van een camera met bepaalde specificaties kan dure materialen, complexe productieprocessen of gespecialiseerde arbeid vereisen.
* Ontwikkelingskosten: Onderzoek en ontwikkeling, inclusief prototyping en testen, zijn aanzienlijke kosten. Bedrijven moeten ervan overtuigd zijn dat een nieuwe camera voldoende inkomsten zal genereren om deze kosten te dekken.
3. Strategische overwegingen:
* Merkpositionering: De gewenste camera is mogelijk niet aansluiten bij het merkimago of doelgroep van het bedrijf. Een bedrijf dat bekend staat om high-end camera's kan bijvoorbeeld aarzelen om een zeer goedkoop model op instapniveau uit te brengen.
* Focus op kerncompetenties: Bedrijven kunnen ervoor kiezen om zich te concentreren op hun sterke punten en expertisegebieden in plaats van zich te wagen op onbekend territorium. Sony is sterk in sensoren en spiegelloze technologie, Nikon in robuuste DSLR's en canon in een breed scala van optische technologieën.
* productlijn kannibalisatie: Een nieuwe camera kan mogelijk de verkoop wegnemen van bestaande producten in hun opstelling. Dit wordt kannibalisatie genoemd en kan de winst negatief beïnvloeden.
4. Winstgevendheid en rendement op investering (ROI):
* Lage winstmarges: Zelfs als er vraag is, is de winstmarge op de camera misschien te laag om de investering te rechtvaardigen. Dit geldt met name voor producten op instapniveau.
* Lange ontwikkelingscyclus: Camera -ontwikkeling kan jaren duren. Bedrijven moeten het potentiële rendement op de investering over de hele levenscyclus van het product overwegen.
* Beschikbaarheid van componenten: Bepaalde componenten zijn misschien te schaars en te duur.
5. Patentlandschap:
* Patentbeperkingen: Andere bedrijven kunnen patenten bevatten op belangrijke technologieën die nodig zijn voor de camera, waardoor Sony, Nikon of Canon het niet kan ontwikkelen zonder licentieovereenkomsten.
6. Interne bronnen en prioriteiten:
* Beperkte bronnen: Bedrijven hebben beperkte middelen en moeten prioriteit geven aan projecten op basis van hun strategische doelen en potentieel rendement.
* verschuivende prioriteiten: Markttrends en technologische vooruitgang kunnen ertoe leiden dat bedrijven hun prioriteiten verschuiven, mogelijk projecten die ooit als veelbelovend werden beschouwd.
Om een specifieker antwoord te krijgen, moet u de camera beschrijven die u in gedachten heeft, waaronder:
* Type camera: DSLR, spiegelloos, medium formaat, etc.
* Sensorgrootte: Volledig frame, APS-C, Micro Four Thirds, etc.
* Key -functies: Hoge resolutie, uitzonderlijke prestaties met weinig licht, specifieke videomogelijkheden, unieke ontwerpelementen, enz.
* Doelgroep: Professionals, enthousiastelingen, beginners, etc.
* Prijspunt: Hoeveel zou deze camera kosten?
Met meer informatie kan ik een meer gerichte uitleg geven waarom Sony, Nikon of Canon die specifieke camera misschien niet maakt.