* Het onderwerp: De pose, lengte en lichaamstaal van het onderwerp.
* De achtergrond: De omgeving, zijn complexiteit en zijn relatie met het onderwerp.
* Het verhaal: Wat u wilt overbrengen over het onderwerp en hun omgeving.
* Samenstelling: Hoe u de elementen in het frame regelt.
Dit is de reden waarom horizontale (landschap) oriëntatie soms beter kan zijn voor portretten:
* Milieuportretten: Als de achtergrond essentieel is om het verhaal van het onderwerp te vertellen of context te bieden, kan een horizontaal formaat superieur zijn. Hiermee kunt u meer van de omgeving laten zien.
* Groepsportretten: Horizontaal werkt vaak beter voor groepen mensen, waardoor ze comfortabel naast elkaar kunnen worden geplaatst.
* actie/beweging: Als het onderwerp in beweging is of een activiteit uitvoert, kan een horizontaal formaat het gevoel van beweging en richting beter vastleggen.
* de mal breken: Soms kan het gewoon kiezen van het minder verwachte formaat visuele interesse toevoegen en je portret opvallen.
Hier is wanneer verticale (portret) oriëntatie vaak een goede keuze is:
* headshots en close-ups: Benadrukt het gezicht en het bovenlichaam, waardoor afleidingen worden geminimaliseerd.
* Formele portretten: Kan een gevoel van formaliteit en klassieke compositie creëren.
* het onderwerp isoleren: Helpt om alleen de aandacht te trekken voor de persoon, vooral als de achtergrond eenvoudig of onbelangrijk is.
* Hoogte en verticaliteit: Accentueert de hoogte van het onderwerp of de verticale elementen op de achtergrond.
Conclusie:
Er is geen absolute regel. Experimenteer met zowel verticale als horizontale formaten om te zien welke het beste bij uw specifieke onderwerp, setting en artistieke visie past. Overweeg de elementen die u wilt benadrukken en het verhaal dat u wilt vertellen. Soms kan een horizontaal portret net zo, zo niet meer, impactvol zijn dan een verticale.