Inzicht in het doel:
Het doel van een ingehouden portret is het benadrukken van stemming, vorm en textuur door het gebruik van licht en schaduw. Het gaat over mysterie, drama en soms zelfs een vleugje melancholie.
Stapsgewijze handleiding:
1. Planning en voorbereiding:
* Concept en stemming: Welk gevoel wil je oproepen? Serieus? Introspectief? Mysterieus? Dit zal de expressie, poseren en de algehele verlichtingsstijl van je model beïnvloeden.
* Modelselectie: Kies een model waarvan de kenmerken zich goed lenen voor dramatische verlichting. Denk aan sterke kawlines, interessante botstructuur of expressieve ogen.
* Achtergrond: Een donkere of zwarte achtergrond is essentieel. Dit kan een zwarte achtergrond, een donkere muur zijn, of zelfs een zeer slecht verlichte gebied ver achter het onderwerp. De achtergrond moet niet-reflecterend zijn.
* kleding: Donkere kleding helpt het onderwerp in de schaduw te mengen en het gezicht te benadrukken. Vermijd felle kleuren of drukke patronen. Overweeg kleding die de huid strategisch onthult als u wilt spelen met hoogtepunten in de nek, schouders of armen.
* Locatie: Kies een kamer waar u het licht kunt bedienen. Kelders, kamers met black -out gordijnen of schieten 's nachts zijn ideaal.
2. Verlichtingsinstelling:
* enkele lichtbron (sleutellicht): Dit is de meest voorkomende en effectieve aanpak.
* Type licht: U kunt gebruiken:
* Studio Strobe/Flash met een modificator: Een kleine softbox (bijv. 1x1 voet) of een snoot (voor een zeer gerichte balk) is uitstekend. Een raster kan ook worden gebruikt om de lekkage te regelen.
* continu licht (LED of gloeilamp): Een klein LED -paneel of zelfs een bureaulamp met een lampenkap kan werken, maar je hebt een hogere ISO en mogelijk langzamere sluitertijd nodig. Zorg ervoor dat het licht voldoende kracht heeft.
* Natuurlijk licht (met controle): Direct zonlicht is te hard. Gebruik een venster met een zwaar gordijn of blind om een smalle lichtstraal te creëren.
* Positionering: Dit is van cruciaal belang!
* zijkantverlichting (hoek van 45 graden): Plaats de lichtbron aan de * zijde * van uw model, tegen ongeveer een hoek van 45 graden. Dit creëert schaduwen aan de ene kant van het gezicht en benadrukt de andere.
* iets boven oogniveau: Positionering van het licht een beetje boven het oogniveau (die enigszins naar beneden wijst) zal helpen het gezicht te beeldhouwen en platte verlichting te voorkomen.
* Experimenteer met de afstand: Door het licht dichterbij te bewegen, creëert het een strenge licht en meer gedefinieerde schaduwen. Als u het verder weg verplaatsen, wordt het licht zachter en de schaduwen minder intens.
* Optioneel vullicht (spaarzaam gebruik):
* Doel: Om een deel van de schaduwen aan de donkere kant van het gezicht subtiel op te tillen, maar zeer voorzichtig zijn om het effect van het sleutellicht niet te overweldigen.
* hoe te gebruiken:
* Zeer zwak licht: Gebruik een reflector (wit of zilver) * ver * van het onderwerp aan de andere kant van het belangrijkste licht. Een klein LED -paneel ingesteld op een zeer laag vermogen kan ook werken.
* Afstand is de sleutel: Het vullicht moet aanzienlijk zwakker zijn dan het belangrijkste licht. Het doel is om het effect ervan nauwelijks te zien.
* Lichtmodificaties:
* snoot: Creëert een zeer smalle, gerichte lichtstraal. Handig voor het markeren van specifieke gebieden zoals de ogen of een deel van het gezicht.
* rooster: Bevindt zich aan een softbox of reflector om het licht te sturen en de lekkage te minimaliseren.
* Barn -deuren: Vergelijkbaar met een raster, maar verstelbaar om het licht te vormen.
3. Camera -instellingen:
* Handmatige modus (M): Essentieel voor consistente resultaten.
* ISO: Begin met de laagst mogelijke ISO (bijvoorbeeld 100) om ruis te minimaliseren. Verhoog alleen indien nodig om een goede blootstelling te bereiken.
* diafragma: Kies een diafragma dat u de gewenste scherptediepte geeft.
* breder diafragma (bijv. F/2.8, f/4): Creëert een ondiepe scherptediepte, vervaagt de achtergrond en richt de aandacht op de ogen.
* smallere diafragma (bijv. F/8, f/11): Verhoogt de diepte van het veld, waardoor meer van het gezicht in focus blijft. Gebruik als u lichte kracht over hebt.
* sluitertijd: Pas de sluitertijd aan om de juiste blootstelling te bereiken in combinatie met de diafragma en ISO. Begin met een snelheid die cameramake vermijdt (bijv. 1/60 van een seconde of sneller indien handig). Als u studio -strabees gebruikt, wordt de sluitertijd vaak gesynchroniseerd met een specifieke snelheid (bijvoorbeeld 1/200e).
* meting: Gebruik de spot meetmodus en speel het hoogtepunt op het gezicht af (het gebied direct verlicht door uw belangrijkste licht). Pas uw instellingen aan totdat dat gebied correct is blootgesteld. U zult de rest van de scène onderbomen en het ingehouden effect bereiken.
* Witbalans: Stel uw witbalans op de juiste manier in voor uw lichtbron (bijv. "Tungsten" voor gloeilampen, "daglicht" voor natuurlijk licht, of gebruik een grijze kaart voor nauwkeurige kalibratie).
* RAW -indeling: Schiet in rauw formaat. Dit geeft u de meeste flexibiliteit bij het werken om blootstelling, witbalans en details in de schaduw aan te passen.
4. Poseren en expressie:
* Communicatie: Richt je model duidelijk en leg de stemming uit die je probeert vast te leggen.
* Draai het lichaam: Vermijd het model met de camera rechtstreeks op. Het lichaam enigszins naar de zijkant draaien, creëert meer interessante schaduwen en vormen.
* hoofdhoek: Experimenteer met het kantelen van het hoofd omhoog of omlaag om de manier waarop het licht op het gezicht valt te veranderen.
* Oogcontact: Direct oogcontact kan krachtig zijn, maar enigszins weg van de camera kan ook een meer introspectieve of mysterieuze stemming creëren.
* Handen: Overweeg hoe de handen zullen worden geplaatst. Ze kunnen toevoegen aan het verhaal of er afleiden. Experimenteer met het plaatsen van ze in de buurt van het gezicht, in het haar of uit het frame.
5. Het schot maken:
* Focus zorgvuldig: Focus precies op de ogen. Scherpe ogen zijn cruciaal voor een boeiend portret.
* Maak meerdere schoten: Experimenteer met verschillende poses, uitdrukkingen en lichte aanpassingen aan uw verlichting.
* Review en aanpassen: Controleer uw afbeeldingen op het LCD -scherm van de camera en maak aanpassingen aan uw instellingen en verlichting indien nodig.
6. Natuurverwerking (in Lightroom, Photoshop of vergelijkbaar):
* belichting: Maak indien nodig subtiele aanpassingen aan de totale blootstelling.
* Contrast: Verhoog het contrast om het dramatische effect te verbeteren.
* schaduwen: Wees heel voorzichtig bij het optillen van schaduwen. Het doel is om de duisternis te behouden, niet om verborgen details te onthullen.
* Hoogtepunten: Pas de hoogtepunten aan om knippen te voorkomen (verlies van detail in de helderste gebieden).
* zwarten en blanken: Stel de zwarten en blanken bij om het tonale bereik in te stellen.
* Duidelijkheid en textuur: Gebruik duidelijkheid- en textuurschuifjes spaarzaam om de details in het gezicht te verbeteren.
* Slijpen: Breng een subtiele hoeveelheid slijpen op de ogen aan.
* ontwijken en branden: Gebruik ontwijken (bliksem) en brandende (donkerder) technieken om het licht en de schaduwen verder te verfijnen. U kunt bijvoorbeeld subtiel de ogen verlichten of de schaduwen rond de kaaklijn verduisteren.
* Kleurgrading (optioneel): Overweeg het toevoegen van een subtiele kleurencast (bijvoorbeeld een enigszins warme of koele toon) om de stemming te verbeteren.
* Converteer naar zwart -wit (optioneel): Lustige portretten zien er vaak prachtig uit in zwart en wit. Converteer het beeld en pas de individuele kleurkanalen aan om de tonen en contrast te regelen.
Tips voor succes:
* Oefening: Low-key verlichting is oefenen om te beheersen. Experimenteer met verschillende verlichtingsposities, modificatoren en camera -instellingen.
* Observeer: Bestudeer ingehouden portretten door andere fotografen om te leren van hun technieken en composities.
* Start eenvoudig: Probeer niet te veel tegelijk te doen. Begin met een enkele lichtbron en voeg geleidelijk complexiteit toe terwijl u ervaring opdoet.
* omarm de duisternis: De schoonheid van ingehouden portretten ligt in de duisternis. Wees niet bang om de schaduwen de afbeelding te laten domineren.
* subtiliteit is de sleutel: De meest effectieve ingehouden portretten zijn vaak die waar de aanpassingen subtiel en verfijnd zijn.
* Experimenteer met verschillende lichtmodfiers: Hard versus zacht licht levert dramatisch verschillende resultaten op. Probeer kleine zachte dozen, snoots en reflectoren.
* Let op aan vangst: Catchlights (de reflectie van de lichtbron in de ogen) zijn belangrijk om de ogen levend te laten lijken. Experimenteer met de positie van uw licht om interessante vanglichten te creëren.
Door deze stappen te volgen en te experimenteren met uw verlichting en camera-instellingen, bent u goed op weg naar het creëren van verbluffende ingehouden portretten. Succes!