Voordat we beginnen:voorbereiding
* Importeren en organiseren: Importeer uw foto's in Lightroom en organiseer ze in mappen. Voeg trefwoorden en beoordelingen (sterren of vlaggen) toe om u te helpen snel de afbeeldingen te vinden die u later wilt bewerken.
* schiet in raw: Schiet indien mogelijk in rauw formaat. RAW-bestanden bevatten aanzienlijk meer gegevens dan JPEG's, waardoor u veel meer flexibiliteit hebt in de nabewerking.
* Witbalans: Zorg ervoor dat uw witbalans relatief nauwkeurig is wanneer u fotografeert. Het is gemakkelijker om in Lightroom te verfijnen als je vanaf een goed punt begint.
Stapsgewijze portretbewerking Workflow:
1. Basisaanpassingen (de basis)
* Witbalans (WB):
* Eye Dropper Tool: Gebruik het gereedschap Eye Dropper en klik op een neutraal grijs gebied in de afbeelding (als er een is). Vaak kunnen de blanken van de ogen of een lichtgrijze achtergrond werken.
* Temperatuur- en Tint -schuifregelaars: Pas de temperatuur (blauw/geel) en tint (groen/magenta) schuifregelaars handmatig aan om de huidtinten er natuurlijk uit te laten zien. Even de zijkant van enigszins warm (geel) in plaats van koel (blauw) voor portretten.
* belichting:
* histogram: Let op het histogram. U wilt een goed scala aan tonen zonder te knippen (details verliezen) in de hoogtepunten of schaduwen.
* belichtingsschuif: Pas de blootstellingsschuif aan om het algehele beeld op te helderen of donkerder te maken.
* Contrast:
* Contrastschuif: Voeg contrast toe of verminder. Vaak kan een lichte vermindering van het contrast flatterend zijn voor portretten, waardoor een zachtere look ontstaat.
* Hoogtepunten en schaduwen:
* Markeert schuifregelaar: Herstel details in heldere gebieden. Sleep de schuifregelaar naar links om details terug te brengen in geblazen hoogtepunten (bijv. Overbelichte huid).
* Shadows Slider: Open de schaduwen om meer details te onthullen in donkere gebieden. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de schaduwen op te helderen. Pas op dat u het niet overdrijft, omdat het geluid kan introduceren.
* blanken en zwarten:
* WHITES Slider: Stel het helderste punt in de afbeelding in zonder te knippen. Houd de optie (Mac) of ALT (Windows) -toets ingedrukt terwijl u de schuifregelaar sleept om te zien waar knippen plaatsvindt.
* zwarten schuifregelaar: Stel het donkerste punt in de afbeelding in zonder te knippen. Gebruik dezelfde optie/alt -sleuteltruc om het knippunt te vinden.
* aanwezigheid (duidelijkheid, textuur, dehaze):
* Duidelijkheid: Gebruik spaarzaam. Een kleine hoeveelheid duidelijkheid kan scherpte en definitie toevoegen, maar te veel kan de huid er hard en gestructureerd uitzien. Verminder de duidelijkheid om de huid te verzachten.
* textuur: Vergelijkbaar met de duidelijkheid, maar richt zich op fijnere details. Gebruik met voorzichtigheid.
* Dehaze: Kan contrast en verzadiging toevoegen, maar gebruik zorgvuldig omdat het de huid er soms onnatuurlijk uitziet. Vaak nuttig voor buitenportretten om door waas te snijden.
2. Tooncurve (fijnafstemming tonen)
* puntcurve of regio -curve: Lightroom Classic biedt beide. Regioncurve is gemakkelijker te gebruiken voor beginners.
* S-curve: Een subtiele S-curve (het verhogen van de hoogtepunten en het verlagen van de schaduwen) kan contrast en punch aan uw afbeeldingen toevoegen.
* specifieke kleurenkanalen (RGB): U kunt de tooncurve afzonderlijk aanpassen voor de rode, groene en blauwe kanalen om de kleurbalans te beïnvloeden. Dit is geavanceerder. Het enigszins tillen van het blauwe kanaal in de schaduw kan bijvoorbeeld een koelere, modernere look creëren.
3. HSL/kleurenpaneel (kleurcorrectie en verbetering)
* tint: Pas de werkelijke kleuren aan. Let voor portretten goed op oranje en gele tinten, omdat ze de huidtinten beïnvloeden. Kleine aanpassingen kunnen een groot verschil maken.
* Verzadiging: Controleer de intensiteit van kleuren. Bepaalde kleuren (zoals greens en blues op de achtergrond) kunnen meer aandacht vestigen op het onderwerp. Wees voorzichtig met oranje verzadiging, omdat het te versterkent het kan doen om de huid onnatuurlijk te laten lijken.
* Luminance: Pas de helderheid van specifieke kleuren aan. Door de luminantie van sinaasappel en geel te vergroten, kan de huid er helderder en soepeler uitzien.
4. Detailpaneel (slijpen en ruisreductie)
* Slijpen:
* Bedrag: Begin met een lage hoeveelheid slijpen (bijvoorbeeld 20-40).
* straal: Houd de straal klein (bijvoorbeeld 0,5-1,0). Een grotere straal kan ongewenste halo's creëren.
* detail: Pas de detailschuifregelaar aan om te bepalen hoeveel fijn detail wordt geslepen.
* maskeren: Dit is cruciaal. Houd de optie/alt -toets ingedrukt terwijl u de maskeerschuifregelaar sleept om de gebieden te zien die worden geslepen. U wilt de huid maskeren om te voorkomen dat deze te veel schumpen en de nadruk leggen op textuur en vlekken. Focus scherpen op ogen, haar en kleding.
* Ruisreductie:
* Luminance -ruisreductie: Verminder de helderheidsruis (korreligheid) in het beeld. Gebruik spaarzaam, want te veel kan het beeld er zacht en plastic uitzien.
* kleurruisreductie: Verminder de kleurgeluid (vlakke kleuren) in de afbeelding. Dit kan meestal meer royaal worden toegepast dan reductie van luminantieruis.
5. Lokale aanpassingen (gerichte bewerking)
* Stelborstel (K): Dit is uw primaire hulpmiddel voor het maken van gerichte aanpassingen.
* verzacht de huid: Gebruik een borstel met negatieve helderheid en een kleine hoeveelheid negatieve scherpte om de huid te verzachten. U kunt ook de textuur verminderen. Federeer is cruciaal; Verhoog de bevedering voor een geleidelijke overgang. Verf voorzichtig over de huid en vermijd ogen, lippen en haar. U kunt ook de hoogtepunten vergroten en het contrast verlagen.
* Opfleurde ogen: Gebruik een borstel met verhoogde blootstelling, hoogtepunten en een vleugje contrast om de ogen te laten knallen. U kunt ook een vleugje slijpen en verzadiging toevoegen (pas op dat u het niet overdrijft).
* Dodge and Burn: Gebruik borstels met subtiele positieve en negatieve blootstellingsaanpassingen om te ontwijken (fleuren) hoogtepunten en verbrand (donkerder) schaduwen, waardoor dimensie aan het gezicht wordt toegevoegd. Dit is een meer geavanceerde techniek, maar kan zeer effectief zijn.
* Afgestudeerd filter (M): Gebruik deze tool om geleidelijke aanpassingen over een deel van de afbeelding te maken, zoals het donkerder maken van de hemel of het toevoegen van een vignet.
* radiaal filter (shift+m): Gebruik deze tool om aanpassingen te maken binnen een cirkelvormig of elliptisch gebied, zoals het opfleuren van het gezicht van het onderwerp.
6. Lenscorrecties en geometrie (bevestiging van vervormingen)
* Profielcorrecties inschakelen: Controleer onder het lenscorrectiepaneel het vak "Profielcorrecties inschakelen". Dit corrigeert automatisch voor lensvervormingen en vignetting.
* Handmatige aanpassingen: Gebruik indien nodig de handmatige schuifregelaars (vervorming, verticaal, horizontaal, roteren) om de geometrie van het beeld te verfijnen.
7. Effecten (vignetting en graan)
* vignetting: Het toevoegen van een subtiel vignet kan het oog naar het midden van de afbeelding trekken. Gebruik de schuifregelaar "hoeveelheid" om de sterkte van het vignet te regelen.
* graan: Het toevoegen van een kleine hoeveelheid graan kan soms een filmachtige textuur toevoegen aan digitale afbeeldingen. Gebruik spaarzaam.
8. Kalibratie (geavanceerde kleurregeling)
* profiel: Experimenteer met verschillende cameraprofielen om te zien hoe ze de kleuren in uw afbeelding beïnvloeden. Adobe Standard is de standaard, maar andere profielen zijn misschien meer flatterend voor portretten.
* Shadow Tint: Het aanpassen van de schaduwtint kan de algehele kleur die in de schaduw wordt gegoten verfijning.
* rode/groene/blauwe voorverkiezingen: Deze schuifregelaars zorgen voor zeer precieze kleuraanpassingen. Ze kunnen het beste worden gebruikt door ervaren gebruikers.
9. Exporteren
* bestandsindeling: Kies JPEG voor webgebruik of TIFF voor printen van hoge kwaliteit.
* kleurruimte: SRGB is de standaard voor webgebruik. Adobe RGB of Prophoto RGB zijn beter voor het afdrukken, maar zorg ervoor dat uw printer deze bredere kleurruimtes ondersteunt.
* Afbeeldingsafmeting: Wijzig de afbeelding wijzigen tot de juiste afmetingen voor het beoogde gebruik.
* Slijper voor: Kies de juiste slijperinstelling (scherm voor web, mat papier of glanzend papier voor afdrukken).
* metadata en watermerk: Bepaal of u metagegevens moet opnemen en een watermerk toevoeg.
Key -tips en overwegingen:
* subtiliteit is de sleutel: Minder is vaak meer in portretbewerking. Vermijd oververwerking, waardoor de huid er onnatuurlijk uitziet en details verdwijnen.
* Let op de huidtinten: Streef naar natuurlijke, gezond ogende huidtinten. Gebruik een kleurencontrole of referentiebeeld als een gids.
* ogen zijn het raam naar de ziel: Zorg ervoor dat de ogen scherp en goed verlicht zijn.
* Achtergrond is belangrijk: Let op de achtergrond. Een afleidende achtergrond kan het onderwerp wegnemen.
* oefening maakt perfect: Hoe meer je oefent, hoe beter je wordt bij het bewerken van portretten.
* Opslaan voorinstellingen: Zodra u een stijl ontwikkelt die u leuk vindt, sla deze op als een voorinstelling om snel op andere afbeeldingen toe te passen.
* Niet-destructieve bewerking: Vergeet niet dat Lightroom-bewerkingen niet-destructief zijn. U kunt altijd terugkeren naar de originele afbeelding.
* Update Lightroom: Houd uw Lightroom -versie bijgewerkt voor de nieuwste functies en bugfixes.
Ethische overwegingen:
* Wees eerlijk: Vermijd het aanbrengen van wijzigingen die het uiterlijk van het onderwerp drastisch veranderen. Focus op het verbeteren van hun natuurlijke schoonheid.
* respecteer het onderwerp: Bewerk altijd met respect voor de gevoelens en voorkeuren van het onderwerp.
Door deze stappen te volgen en regelmatig te oefenen, kunt u uw portretbewerkingsvaardigheden in Lightroom aanzienlijk verbeteren en verbluffende afbeeldingen maken. Succes!