2. Camerabeweging: De camera beweegt op een vloeiende en ononderbroken manier door de scènes. Dit helpt de kijker betrokken te houden bij de actie en geeft het gevoel dat hij deel uitmaakt van de ervaring.
3. Bewerking: De bewerking is naadloos, zonder zichtbare bezuinigingen of overgangen. Dit versterkt de illusie van één enkele, ononderbroken take nog verder.
4. Verborgen bezuinigingen: Er zijn een paar momenten in de film waar verborgen fragmenten voorkomen, maar deze zijn zorgvuldig vermomd zodat de kijker ze niet opmerkt. Er is bijvoorbeeld een snee wanneer de hoofdpersoon zich omdraait om naar de camera te kijken, maar de snee wordt gemaskeerd door de beweging van zijn hoofd.
5. Visuele trucs: De filmmakers gebruikten verschillende visuele trucs om de illusie van één opname te creëren. Ze gebruikten bijvoorbeeld CGI om de lengte van sommige shots te verlengen en om de indruk van continue beweging te creëren.
6. Repetities: De acteurs en de crew repeteerden uitgebreid om ervoor te zorgen dat ze de lange opnames foutloos konden uitvoeren. Hierdoor konden de filmmakers de opnames in zo weinig mogelijk opnames vastleggen, waardoor de kans op zichtbare fouten kleiner werd.
7. Geluk: Sommige filmmakers geloven in geluk en geloven dat de lange opnames succesvol waren dankzij geluk en timing.