Vind je kleurenfotografie intimiderend? Het hoeft niet zo te zijn.
Een geweldige manier om te beginnen met kleurenfotografie is door analoge kleuren te gebruiken.
In dit artikel leg ik uit wat ze zijn en hoe je ze kunt gebruiken in je fotografie.
Wat is kleurentheorie
Je zou kunnen denken dat kleurentheorie iets is dat alleen schilders hoeven te bestuderen. Dat is niet waar. Als fotograaf kun je profiteren van het leren van ten minste de basis.
Kleurtheorie is een verzameling regels en richtlijnen die het gebruik van kleur in kunst en design beschrijven. Het is lang geleden ontwikkeld.
Het is makkelijker om een mooie foto te maken als je weet welke kleurencombinaties er mooi uitzien. Het begint allemaal met het beroemde kleurenwiel. Het toont de relatie tussen kleuren. Van daaruit is het gemakkelijk om te leren over analoge en triadische kleuren.
Fotografen moeten de boodschappen kennen die kleuren overbrengen. Voeg kleurentheorie toe aan je kennis van compositie, belichting en belichting.
Dit zal je zeker een betere fotograaf maken.
Wat zijn analoge kleuren
Analoge kleuren zijn niet moeilijk te vinden. Kies gewoon een kleur uit het kleurenwiel en kies de drie kleuren links of rechts daaruit. De kleur rood kan bijvoorbeeld worden gekozen met oranje of paars.
U kunt bijvoorbeeld ook één kleur naar links en twee naar rechts kiezen. Die vier kleuren zijn analoge kleuren.
Je kunt ook gewoon twee kleuren naast elkaar kiezen. Ze worden ook analoge kleuren genoemd.
Waarom analoge kleuren gebruiken in fotografie
Gebruik kleuren naast elkaar op het kleurenwiel in je foto's. Hierdoor zien ze er harmonieus en gemakkelijk uit. De combinatie ziet er altijd kalm en rustgevend uit.
Het gebruik van analoge kleuren zorgt voor een zachter contrast. Toch is het interessanter dan bijvoorbeeld monochrome kleuren.
Dat betekent niet dat het altijd de juiste keuze is voor je foto's, maar het is een goede richtlijn om mee te experimenteren.
Analoge kleuren gebruiken in fotografie
Analoge kleuren zijn gemakkelijk te vinden in de natuur. Bij macrofotografie zie je bijvoorbeeld vrij vaak analoge kleuren.
De eenvoudigste manier om te beginnen is door naar analoge kleurenschema's in bloemen te kijken. Let ook op bepaalde insecten en bloemen. Vaak zorgt de combinatie voor een analoog kleurenschema.
Als je een landschapsfotograaf bent, is het ook gemakkelijk. Je hebt waarschijnlijk onbewust veel analoge kleurenschema's gefotografeerd.
Hier is een voorbeeld van analoge kleuren in een landschap.
Maar ook in de straten vind je analoge kleuren.
Focus niet alleen op kleuren
Bij het gebruik van analoge kleuren is het belangrijk om het interessant te houden. Kleuren die zo nauw aan elkaar verwant zijn, kunnen er saai uitzien.
Als fotograaf moet je ook letten op compositie en belichting. Alleen dan kun je een foto met analoge kleuren visueel aantrekkelijk maken.
Een kleur overslaan is ook een goed idee. Gebruik groen en oranje in plaats van groen en geelgroen.
En het belangrijkste is om ervoor te zorgen dat uw afbeeldingen in balans zijn. Elk onderdeel en elke kleur moet zijn plaats in het frame hebben.
Hoe je alles regelt, is jouw taak en het moeilijkste van fotograaf zijn.
Conclusie
Kleurentheorie klinkt misschien intimiderend, maar dat is het absoluut niet. Leren hoe het kleurenwiel werkt, zal je zeker een betere fotograaf maken.
Gebruik richtlijnen zoals analoge en triadische kleuren in uw voordeel, maar vergeet uw eigen creativiteit niet. Het zijn richtlijnen, geen wetten.