- Gebruik het Courier-lettertype, 12-puntsgrootte.
Scènekop
- Een nieuwe scène begint gelijk links met het paginanummer gecentreerd op 1 inch vanaf de bovenkant.
-INT. APPARTEMENT - NACHT
Karakternaam en dialoog
- De naam van het personage wordt altijd als eerste vermeld, geheel in hoofdletters, direct gecentreerd met een dubbele punt achter de naam.
- De dialoog van het personage begint drie regels onder de naam.
- Gebruik dubbele spaties om de regels van de dialoog van een personage van elkaar te scheiden.
- Laat de dialoog niet inspringen.
- Gebruik een consistent format voor karakterdialogen.
NAAM VAN HET PERSONAGE
Dit is dialoogtekst.
Actie en beschrijving
- Beschrijf locaties, acties, rekwisieten en emoties.
- Actie vereist doorgaans een nieuwe paragraaf.
- Actie die tegelijkertijd met de dialoog plaatsvindt, kan binnen dezelfde paragraaf volgen, op voorwaarde dat deze zo is geschreven dat duidelijk is wat er gebeurt en wie er aan het woord is.
- Zorg voor een duidelijke afstand voor, na en tussen alle tekstblokken met een consistente dubbele afstand.
Camerarichting en beelden
- Visuele effecten die moeten worden weergegeven, speciale camerarichtingen of specifieke lenskeuzes moeten tussen haakjes worden vermeld:
- (EXTREME CLOSE-UP - HAAR OGEN).
Notatie tussen haakjes
- Tussen haakjes worden ook gebruikt voor:
- Emotiesignalen:(VERACHTELIJK)
- Fonetische uitspraken:(EH-THAHN)
- Gebaren:(NEEMT EEN SIP)
- Reacties:(glimlacht)
- Stemkenmerken:(ZACHT)
Karakteronderbrekingen
- Wanneer één teken wordt onderbroken, moet de regel na de onderbreking worden gemarkeerd met (CONT’D).
NAAM VAN HET PERSONAGE
(VERVOLG)
Nu is het mijn beurt om te spreken.
Uitgebreide tekst
- Vermijd grote hoeveelheden tekst. Grote hoeveelheden tekst kunnen worden weergegeven door het invoegen van:
- “PAGINA VAN DIALOOG”
- “MEERDERE PAGINA’S MET DIALOOG”
- “PAGINA’S MET DIALOOG”
- “DE REST VAN DE SCÈNE IS EEN WAS”
- enz.
De scène beëindigen
- Elke scène moet eindigen met het woord "FADE OUT" of "CUT TO BLACK".