1. Fout:slechte verlichting
* Probleem: Harde schaduwen, uitgeblazen hoogtepunten of een over het algemeen platte en oninteressante uitstraling.
* Waarom het een probleem is: Verlichting is de basis van fotografie. Slechte verlichting kan uw onderwerp er niet flatterend uit laten zien, verouderen of afleiden van de algehele stemming.
* oplossingen:
* Gebruik natuurlijk licht verstandig: Gouden uur (kort na zonsopgang en vóór zonsondergang) biedt zacht, warm en vleiend licht. Bewolde dagen bieden diffuus, zelfs licht. Vermijd directe middagzon.
* Gebruik een reflector: Licht terug op uw onderwerp stuiteren om schaduwen in te vullen. Een eenvoudig wit bord werkt geweldig.
* Gebruik een diffuser: Plaats het tussen uw onderwerp en de zon (of andere lichtbron) om het licht te verzachten.
* Leer over kunstlicht: Studio -trobjes, speedlights en continue lichten kunnen u nauwkeurige controle geven. Begin met één licht en een reflector.
* Let op de richting: Overweeg de hoek van de lichtbron. Zijverlichting creëert meer dramatische schaduwen en hoogtepunten.
* Vermijd gemengde verlichting: Het mengen van verschillende kleurtemperaturen (bijv. Daglicht en gloeilamp) kan kleurafdelingen veroorzaken.
2. Fout:slecht poseren
* Probleem: Stijve, onnatuurlijke of ongemakkelijke poses.
* Waarom het een probleem is: Onflatteuze poses kunnen uw onderwerp er ongemakkelijk of groter uitzien dan ze zijn. Ze brengen ook de verkeerde boodschap over.
* oplossingen:
* gids, dicteer niet: In plaats van te zeggen "Sta daar", bieden suggesties als "Verschak je je gewicht een beetje naar deze kant" of "stel je voor dat je aan iets denkt dat je gelukkig maakt."
* Let op handen: Handen zijn vaak een weggeefactie van nervositeit. Geef ze iets te doen (houd een object vast, laat het in zakken, enz.) Rust ze in zakken). Zacht gebogen vingers zijn meestal meer vleiend dan gebalde vuisten of stijve handen.
* buig ledematen: Rechte armen en benen zien er meestal stijf uit. Een lichte bocht bij de elleboog of knie is veel natuurlijker.
* Hoek het lichaam: Als je onderwerp rechtstreeks naar de camera wordt geconfronteerd, kan het soms niet flatterend zijn. Laat ze een beetje opzij draaien. Dit slaagt vaak in het figuur.
* Oefen spiegeling: Spiegel de acties van het onderwerp om te zien hoe het eruit ziet voor de camera
* onderzoek poseert: Bestudeer foto's die je leuk vindt. Zoek uit hoe zit het met de pose voor de foto.
* Moedig beweging aan: Handig ogende foto's komen vaak van momenten tussen geposeerde opnamen.
3. Fout:onjuiste camera -instellingen
* Probleem: Foto's die overbelicht, onderbelicht, wazig zijn of ongewenste velddiepte hebben.
* Waarom het een probleem is: Technische fouten leiden af van het onderwerp en de algehele artistieke intentie.
* oplossingen:
* Begrijp de blootstellingsdriehoek: Apertuur, sluitertijd en ISO zijn onderling verbonden. Beheers hoe ze uw afbeeldingen beïnvloeden.
* Gebruik de juiste opening: Voor portretten creëren bredere openingen (bijv. F/1.8, f/2.8, f/4) een ondiepe scherptediepte, die de achtergrond vervaagt en het onderwerp isoleert. Smallere openingen (bijv. F/8, f/11) brengen meer van de scène in beeld. Pas op dat u niet * te * breed gaat, omdat dit ertoe kan leiden dat alleen de ogen in focus zijn.
* Kies een geschikte sluitertijd: Gebruik snel genoeg een sluitertijd om bewegingsonscherpte te voorkomen, vooral bij het fotograferen van handheld. Een algemene regel is 1/brandpuntsafstand (bijv. 1/50e van een seconde voor een lens van 50 mm). Verhoog dit als uw onderwerp beweegt.
* Houd ISO zo laag mogelijk: Hogere ISO -instellingen introduceren ruis (graan). Verhoog het alleen wanneer nodig om een goede blootstelling te bereiken met de gekozen diafragma en sluitertijd.
* schiet in raw: RAW-bestanden bevatten meer informatie dan JPEG's, waardoor u een grotere flexibiliteit hebt bij het verlagen.
* Gebruik verstandig een meetmodus: Gebruik evaluatieve/matrixmeting voor een goede gemiddelde blootstelling, spotmeting om een leespunt uit te lezen van een specifiek punt in de scène (zoals het gezicht van het onderwerp), of middengewogen meting als compromis.
4. Fout:afleidende achtergronden
* Probleem: Achtergronden die rommelig, afleidend zijn of concurreren met het onderwerp voor aandacht.
* Waarom het een probleem is: De achtergrond moet het onderwerp aanvullen, niet afbreuk aan hen.
* oplossingen:
* Kies een eenvoudige achtergrond: Een gewone muur, een wazig landschap of een eenzijdig achtergrond.
* Creëer scheiding met een diepte van veld: Gebruik een breed diafragma om de achtergrond te vervagen.
* Let op kleurharmonie: Zorg ervoor dat de achtergrondkleuren niet botsen met de kleding of huidtint van het onderwerp.
* Vermijd afleidende elementen: Kijk uit voor bomen die schijnbaar uit het hoofd van je onderwerp, heldere plekken of andere visueel schokkende elementen groeien. Verplaats uzelf of het onderwerp om deze te elimineren.
* Beschouw het verhaal: Soms kan een gedetailleerde achtergrond een verhaal vertellen. Zorg ervoor dat het doelgericht is.
5. Fout:niet correct focussen
* Probleem: Zachte of wazige afbeeldingen vanwege onjuiste focus. Vaak zijn de ogen onscherp.
* Waarom het een probleem is: Scherpe focus is cruciaal voor portretten. Als de ogen niet scherp zijn, wordt de foto over het algemeen als een mislukking beschouwd.
* oplossingen:
* Focus op de ogen: In het bijzonder het oog dat het dichtst bij de camera ligt.
* Gebruik eenpunts autofocus: Dit geeft u nauwkeurige controle over waar de camera zich richt.
* Gebruik terugknopfocus: Scheid de focusfunctie van de sluiterknop en wijs deze toe aan een knop aan de achterkant van de camera.
* Overweeg handmatige focus: In uitdagende situaties (weinig licht, lastige texturen) kan handmatige focus nauwkeuriger zijn.
* Controleer de focus onmiddellijk na het nemen van de opname: Zoom in op het LCD -scherm om ervoor te zorgen dat de ogen scherp zijn.
* Begrijp de autofocusmodi van uw camera: Continue autofocus (AF-C of AI-servo) is goed voor het verplaatsen van onderwerpen; Enkele autofocus (AF-S of one-shot) is beter voor stationaire onderwerpen.
6. Fout:geen verbinding maken met het onderwerp
* Probleem: Portretten die op afstand, onpersoonlijk of gebrek aan emotie aanvoelen.
* Waarom het een probleem is: Een geweldig portret zou de essentie van de persoonlijkheid van het onderwerp moeten vastleggen.
* oplossingen:
* Praat met uw onderwerp: Betrek hen in gesprek om hen te helpen ontspannen en zich op hun gemak te voelen.
* Geef een duidelijke richting: Leg uw visie uit en wat u probeert te bereiken.
* bemoedigend: Bied positieve feedback en lof.
* Wees echt: Toon oprechte interesse in uw onderwerp.
* Zoek naar natuurlijke uitdrukkingen: Soms gebeuren de beste foto's tussen poses.
* Ken uw onderwerp: Inzicht in de persoonlijkheid van uw onderwerp en hoe u echte emotie kunt opwekken, kan het verschil maken.
7. Fout:onjuist bijsnijden
* Probleem: Bijsnijden dat niet flatterend is of belangrijke delen van het onderwerp afsnijdt.
* Waarom het een probleem is: Slecht bijsnijden kan een anders goed portret verpesten.
* oplossingen:
* Vermijd het afsnijden van ledematen bij gewrichten: Doorgaan op de ellebogen, polsen, knieën of enkels kan het onderwerp er geamputeerd uit laten zien.
* Geef een ademhalingsruimte: Laat wat ruimte rond het onderwerp, vooral boven het hoofd.
* Beschouw de regel van derden: Plaats belangrijke elementen van de samenstelling langs de lijnen of op de kruispunten van een rooster dat het beeld in derden verdeelt.
* Let op de compositie: Denk na over hoe het gewas de totale balans en visuele stroom van het beeld beïnvloedt.
* Wees doelgericht: Elke gewas zou een reden moeten hebben.
* Volledige figuur toont het hele lichaam
* Medium Shot toont meestal het onderwerp vanaf de taille.
* Close-up benadrukt het gezicht van het onderwerp
8. Fout:geen aandacht besteden aan garderobe en styling
* Probleem: Kleding die afleidt, onflatteus is of niet overeenkomt met de algehele stijl van het portret.
* Waarom het een probleem is: Wardkast en styling spelen een belangrijke rol in de algehele uitstraling van het portret.
* oplossingen:
* adviseren over kledingkeuzes: Stel eenvoudige, klassieke stijlen voor die flatterend zijn naar het lichaamstype van het onderwerp. Vermijd drukke patronen of logo's.
* Beschouw kleurharmonie: Kies kleuren die de huidskleur van het onderwerp en de achtergrond aanvullen.
* Let op om te passen: Kleding die te strak of te los is, kan onflatteus zijn.
* Coördineren met de locatie: De garderobe moet geschikt zijn voor de instelling.
* Biedstylingadvies: Haar en make -up kunnen een portret aanzienlijk verbeteren.
9. Fout:het negeren van de achtergrondelementen
* Probleem: Achtergrondobjecten die afleiden of botsen met het onderwerp.
* Waarom het een probleem is: De achtergrond moet aanvullen, niet concurreren met het onderwerp.
* oplossingen:
* Kies een schone achtergrond: Een eenvoudige, overzichtelijke achtergrond vestigt de aandacht op het onderwerp.
* Pas uw positie aan: Verplaats uzelf of het onderwerp om afleidende elementen te elimineren.
* Gebruik een ondiepe scherptediepte: Vervaagt de achtergrond om afleidingen te minimaliseren.
* Beschouw het verhaal: Als de achtergrond belangrijk is, zorg er dan voor dat deze bijdraagt aan het verhaal.
10. Fout:niet -flatterende hoek
* Probleem: Het kiezen van een hoek die fouten accentueert of functies vervormt.
* Waarom het een probleem is: De verkeerde invalshoek kan een persoon er zwaarder, korter of anderszins onflatteus maken.
* oplossingen:
* schiet iets van boven: Dit slaagt in het algemeen in het gezicht en kan de ogen groter laten lijken. Vermijd extreme hoeken van bovenaf.
* Vermijd fotograferen van direct hieronder: Dit kan onflatteuze hoeken onder de kin creëren en gezichtskenmerken vervormen.
* Experimenteer met verschillende hoeken: Ga rond en kijk wat het beste werkt voor elk onderwerp.
* Beschouw de kaaklijn: Een enigszins gedraaide kop kan de kaaklijn definiëren en een meer flatterend profiel creëren.
* Gebruik een langere lens: Compresseert gelaatstrekken voor een meer flatterende look
11. Fout:over-bewerken
* Probleem: Foto's die zwaar worden verwerkt, er onnatuurlijk uitzien of hun authenticiteit verliezen.
* Waarom het een probleem is: Overbewerking kan een portret er nep uitzien en afbreuk doen aan de natuurlijke schoonheid van het onderwerp.
* oplossingen:
* minder is meer: Begin met subtiele aanpassingen en verhoog de intensiteit geleidelijk indien nodig.
* Focus op natuurlijke correcties: Pas blootstelling, contrast, witbalans en scherpte aan.
* Houd rekening met de huidtextuur: Vermijd overmatig gladmaken of vervagen van de huid.
* Natuurlijke kleuren behouden: Vermijd overdreven verzadigde of onnatuurlijke kleurenafgietsels.
* Stap weg en keer terug: Neem na het bewerken een pauze en kom terug met frisse ogen om te zien of je te ver bent gegaan.
12. Fout:het niet begrijpen van de lichtrichting
* Probleem: Portretten met harde schaduwen of platte, oninteressante verlichting.
* Waarom het een probleem is: Lichte richting vormt het onderwerp en creëert stemming.
* oplossingen:
* Experimenteer met verschillende lichthoeken: Let op hoe licht interactie heeft met het onderwerp vanuit verschillende richtingen.
* Gebruik reflectoren om schaduwen te vullen: Stuiter licht terug op het onderwerp om schaduwen te verzachten.
* Gebruik diffusers om licht te verzachten: Diffuus ruw zonlicht om zachtere, meer gelijkmatige verlichting te creëren.
* Begrijp sleutellicht, vul licht en achtergrondverlichting: Leer hoe u deze lichtbronnen kunt gebruiken om diepte en dimensie te creëren.
*Key Light:Hoofdbron van licht
*Vullicht:gebruikt om schaduwen in te vullen en het contrast te verzachten
*Achtergrondverlichting:gebruikt om het onderwerp van de achtergrond te scheiden.
13. Fout:het verwaarlozen van compositie
* Probleem: Portretten die geen visuele interesse hebben vanwege een slechte compositie.
* Waarom het een probleem is: Sterke compositie trekt het oog van de kijker en verbetert de algehele impact van het beeld.
* oplossingen:
* Gebruik de regel van derden: Plaats belangrijke elementen langs de lijnen of op de kruispunten van een rooster dat het beeld in derden verdeelt.
* Leadingslijnen maken: Gebruik lijnen in de scène om het oog van de kijker naar het onderwerp te leiden.
* Gebruik framing: Gebruik elementen op de voorgrond om het onderwerp in te kaderen.
* Beschouw symmetrie en balans: Creëer een gevoel van harmonie en visuele aantrekkingskracht.
* Experimenteer met verschillende perspectieven: Probeer te schieten vanuit verschillende hoogten en hoeken.
14. Fout:geen catchlights gebruiken
* Probleem: Ogen die er saai en levenloos uitzien.
* Waarom het een probleem is: Catchlights zijn kleine reflecties van licht in de ogen die sprankeling en leven toevoegen aan een portret.
* oplossingen:
* Plaats het onderwerp om licht te vangen: Plaats ze zodat een lichtbron wordt weerspiegeld in hun ogen.
* Gebruik een reflector: Stuiter licht in de ogen van het onderwerp om catchlights te creëren.
* let op lichtbronnen: Let op de grootte en vorm van de lichtbron, omdat dit het uiterlijk van de vanglichten zal beïnvloeden.
15. Fout:vergeten om plezier te hebben!
* Probleem: Stijve, ongemakkelijke en ongeïnspireerde portretten.
* Waarom het een probleem is: Fotografie moet leuk zijn voor zowel de fotograaf als het onderwerp.
* oplossingen:
* Ontspan en wees jezelf: Creëer een ontspannen en comfortabele sfeer.
* Experiment en probeer nieuwe dingen: Wees niet bang om buiten je comfortzone te stappen.
* Maak verbinding met uw onderwerp: Bouw een rapport op en creëer een positieve ervaring.
* Geniet van het proces: Onthoud waarom je in de eerste plaats van fotografie houdt.
Door deze veel voorkomende fouten te vermijden en de voorgestelde oplossingen te implementeren, kunt u uw portretfotografie -vaardigheden aanzienlijk verbeteren en verbluffende, memorabele afbeeldingen maken. Succes!