Het grote geheel:licht =vorm, textuur en stemming
* Vorm: Licht en schaduw definiëren de vormen op een gezicht. Denk aan een beeldhouwer die licht gebruikt om jukbeenderen te benadrukken of de kaaklijn te definiëren.
* textuur: Licht onthult de textuur van huid, haar en kleding.
* stemming: Zacht licht zorgt voor een zachte, vleiende stemming. Hard licht kan drama creëren of het onderwerp ouder laten lijken.
Een snelle tip:de driehoek van het licht (Rembrandt Lighting)
Een van de gemakkelijkste en meest flatterende verlichtingspatronen om te leren wordt vaak 'Rembrandt -verlichting' genoemd. Hier is de snelle uitsplitsing:
1. Zoek naar de driehoek: De sleutel is om je onderwerp en licht te positioneren, zodat je een kleine driehoek van licht ziet aan de * schaduwde * kant van hun gezicht, net onder hun oog. Het moet worden opgenomen door de jukbeen, het oog en de neus.
2. Positionering is de sleutel:
* iets aan de zijkant: Laat de persoon zijn gezicht iets van de lichtbron uitzien.
* Lichtbron: De lichtbron moet van de zijkant komen en iets boven het onderwerp. Het moet niet direct voor de zijkant of rechtstreeks zijn. Denk aan een hoek van 45 graden, zowel verticaal als horizontaal. Dit is een startpunt.
3. Pas en kijk:
* De positie verfijnen: Verplaats het onderwerp een beetje of pas de positie van het licht aan, totdat je die driehoek ziet verschijnen. De grootte van de driehoek hangt af van de gezichtsvorm van het onderwerp en de hoek van het licht.
* zachtheid/hardheid: Als de driehoek te helder of hard is, verspreid dan de lichtbron (zie hieronder). Als het te zwak is, breng het licht dan dichterbij of verhoogt u de helderheid (als u een lichtbron gebruikt).
Waarom het werkt:
* voegt dimensie toe: De driehoek van het licht creëert diepte en dimensie op het gezicht.
* flatterend: Over het algemeen benadrukt het de jukbeenderen en creëert een gevoel van drama zonder te hard te zijn.
* gemakkelijk te herkennen: Zodra u weet waarnaar u moet zoeken, kunt u dit verlichtingspatroon eenvoudig identificeren en maken.
Voorbeeldscenario:
Stel je voor dat je onderwerp bij een raam zit.
* slecht: Als ze rechtstreeks naar het raam gericht zijn, is het licht plat en onflatteus.
* beter: Laat ze hun lichaam iets van het raam draaien. De zijkant van hun gezicht het verst vanuit het raam zal nu in schaduw zijn.
* ideaal: Pas hun positie, of de positie van een reflector (hieronder uitgelegd) aan de andere kant van hun gezicht aan, totdat je die driehoek van het licht aan de schaduwzijde ziet.
Beyond the Triangle:Andere belangrijke overwegingen
* Kwaliteit van licht:Soft vs. Hard
* zacht licht: Diffuus, zachtaardig en wikkelt zich rond het gezicht. Het minimaliseert schaduwen en creëert een flatterende look. Bewolde dagen, open schaduw of licht gefilterd door een puur gordijn zijn voorbeelden.
* hard licht: Direct, sterk en creëert verschillende schaduwen. Zonnige dagen, direct zonlicht of een kale gloeilamp zijn voorbeelden. Gebruik hard licht spaarzaam voor portretten, omdat het niet flatterend kan zijn, maar het kan dramatische resultaten opleveren.
* Richting van het licht: Denk na over waar het licht komt * van * ten opzichte van uw onderwerp. Komt het van boven (neerwaartse schaduwen), hieronder (kan spookachtig zijn) of van de zijkant (creëert sterke schaduwen en hoogtepunten)?
* Lichtintensiteit: Hoe helder is het licht? Te helder, en je onderwerp zal loensen en je verliest details in de hoogtepunten. Te zwak, en het beeld zal onderbelicht zijn en geen contrast.
* vul licht (de schaduwtamers):
* Shadows zijn goed voor het creëren van diepte en dimensie, maar soms kunnen ze te hard of diep zijn. Dat is waar vullicht binnenkomt.
* reflectoren: Een reflector is een eenvoudig hulpmiddel (vaak alleen een stuk wit schuimbord of een reflecterende schijf) die licht terug op het onderwerp stuitert en de schaduwen vult. Plaats het aan de andere kant van de hoofdlichtbron om wat van dat licht terug te stuiteren in de schaduwgebieden. Zilveren reflectoren zijn helderder dan wit.
* diffusers: Een diffuser zal een hard licht verzachten.
* Natuurlijk vullicht: Een helder trottoir kan als een natuurlijke reflector fungeren, die stuitert in het gezicht van het onderwerp.
* kleur van licht (witbalans):
* Verschillende lichtbronnen hebben verschillende kleuren (bijvoorbeeld zonlicht is warmer/meer geel dan fluorescentielicht, dat koeler/blauwachtig/groenachtiger kan zijn). Met de witte balansinstelling van uw camera kunt u corrigeren voor deze kleurencasts om huidtinten er natuurlijk uit te laten zien. Als u natuurlijk licht gebruikt, stelt u uw witbalans in op "daglicht" of "bewolkt" (voor bewolkte dagen). Als u kunstlicht gebruikt, past u zich dienovereenkomstig aan.
Oefen, oefen, oefen!
De beste manier om te leren "het licht te zien" is te oefenen. Let op hoe het licht gedurende de dag op de gezichten van mensen valt. Experimenteer met verschillende verlichtingsopstellingen, zelfs eenvoudige.
Beginneroefeningen:
1. Window Light Portraits: Zoek een venster met zacht, diffuus licht. Oefen met het positioneren van uw onderwerp ten opzichte van het venster om verschillende verlichtingspatronen te creëren. Gebruik een reflector om schaduwen in te vullen.
2. Outdoor portretten in open schaduw: Vermijd direct zonlicht. Zoek naar schaduw die gelijkmatig is verlicht. Dit biedt prachtig zacht, diffuus licht.
3. setup met één licht: Gebruik een enkele lamp of lichtbron (bijv. Een bureaulamp met een lampenkap of een speedlight) om te experimenteren met verschillende verlichtingsposities.
Key Takeaways:
* Observeer: Let goed op hoe licht omgaat met gezichten.
* Experiment: Probeer verschillende verlichtingsinstellingen en hoeken.
* reflectoren zijn je vriend: Het zijn goedkope en krachtige tools.
* Start eenvoudig: Beheers de basisprincipes voordat u overgaat op complexere verlichtingstechnieken.
* Wees niet bang om dingen te verplaatsen. Soms kunnen kleine aanpassingen in de positie van het onderwerp of de lichtbron een groot verschil maken.
Veel succes en gelukkig schieten!