Inzicht in sleutelconcepten:
* Perspectief: Perspectief beschrijft hoe objecten in grootte lijken te krimpen met afstand. Wijdhoekige lenzen overdrijven perspectief, waardoor objecten dichter bij de camera veel groter lijken en objecten verder weg weg lijken veel kleiner. Telefoto -lenzen comprimeren perspectief, waardoor verre objecten dichter bij elkaar verschijnen.
* Compressie: Compressie verwijst naar de schijnbare krimpen van de afstand tussen objecten langs de diepte van het veld. Telefoto -lenzen comprimeren de diepte, waardoor de achtergrond dichter bij het onderwerp verschijnt. Wijdhoekige lenzen overdrijven de diepte, waardoor de achtergrond verder weg verschijnt.
* vervorming: In fotografie verwijst vervorming naar de afwijking van een ware vorm of vorm van een object. Wijdhoekige lenzen kunnen vatvervorming introduceren (waardoor rechte lijnen naar buiten worden gebogen), terwijl telefoto-lenzen pincuskusvervorming kunnen introduceren (waardoor rechte lijnen naar binnen worden gebogen).
Hoe verschillende brandpuntsafstand de gezichtsvorm beïnvloedt:
* groothoeklenzen (bijv. 14 mm-35 mm):
* Overdreven perspectief: Functies die het dichtst bij de camera staan (zoals de neus) lijken aanzienlijk groter, terwijl functies verder weg (zoals de oren) kleiner zullen lijken. Dit kan leiden tot onflatteuze proporties.
* vervorming: Kan ervoor zorgen dat het gezicht er breder uitziet, de neus lijkt prominenter en het voorhoofd ziet er groter uit. De zijkanten van het gezicht kunnen uitgerekt lijken.
* minder natuurlijk: Over het algemeen niet aanbevolen voor close-upportretten, omdat ze het gezicht kunnen vervormen en het onnatuurlijk kunnen laten lijken.
* use case: Kan worden gebruikt voor omgevingsportretten waar u het onderwerp in hun omgeving wilt veroveren, maar let op hoe het hun gelaatstrekken beïnvloedt.
* "normale" lenzen (bijv. 50 mm):
* Relatief natuurlijk perspectief: Zorg voor een meer accurate weergave van gezichtsverhoudingen. Objecten verschijnen in een maat- en afstandsrelatie die sterk lijken op hoe we ze met onze eigen ogen zien.
* Minimale vervorming: Produceert minimale vervorming, wat resulteert in een meer uitgebalanceerd en natuurlijk ogend portret.
* veelzijdig: Een goed uitgangspunt voor portretten en beschouwd als een algemene lens.
* Korte telelenzen (bijv. 85 mm):
* Lichte compressie: Begin de functies enigszins te comprimeren, die flatterend kunnen zijn.
* zachte verzachting: De iets langere brandpuntsafstand creëert vaak een zachtere en aangenamere weergave van het gezicht.
* Goede balans: Strikt een goede balans tussen het creëren van een aangename achtergrondinvaging en het handhaven van natuurlijke gezichtsverhoudingen.
* Populaire keuze: Beschouwd als een klassiek portret focuslengte.
* Gemiddeld telelenzen (bijv. 105 mm-135 mm):
* Verhoogde compressie: Verder comprimeert gelaatstrekken, waardoor het gezicht slanker lijkt en meer evenwichtig is.
* verbeterde achtergrond vervaging (bokeh): Creëert een ondieper scherptediepte, wat resulteert in een mooie, wazige achtergrond die het onderwerp isoleert.
* flatterend: Vaak beschouwd als zeer vleiend voor portretten, omdat ze de neiging hebben om onvolkomenheden glad te strijken en een meer verfijnde look te creëren.
* Lange telefoto -lenzen (bijv. 200 mm+):
* Sterke compressie: Aanzienlijke compressie van gezichtskenmerken en de achtergrond. Kan het gezicht erg plat laten lijken en kan de bekendheid van functies zoals de neus minimaliseren.
* zeer ondiepe scherptediepte: Extreem ondiepe scherptediepte, die moeilijk te beheren kan zijn, maar ook verbluffende achtergrond vervaging kan creëren.
* Op afstand schieten: Vereist schieten op afstand, waardoor communicatie met het onderwerp uitdagender kan worden.
* Gespecialiseerd gebruik: Vaak gebruikt voor openhartige portretten of wanneer u van een afstand moet schieten. Er moet voor worden gezorgd om ervoor te zorgen dat de compressie het gezicht niet * te * veel * veel heeft afgevlakt.
Praktische overwegingen:
* Afstand van het onderwerp: Het effect van de brandpuntsafstand is verweven met de afstand die u van uw onderwerp staat. U kunt de vervorming van een groothoeklens gedeeltelijk verminderen door verder terug te staan en bij te duiken, maar dit gaat ten koste van de resolutie.
* gewasfactor (sensorgrootte): Als u een camera met een gewassensor (bijv. APS-C) gebruikt, moet u rekening houden met de gewasfactor bij het overwegen van de effectieve brandpuntsafstand. Een lens van 50 mm op een camera met een 1,5x gewasfactor heeft bijvoorbeeld een equivalente brandpuntsafstand van 75 mm.
* Persoonlijke voorkeur: Uiteindelijk hangt de beste brandpuntsafstand voor een portret af van uw persoonlijke stijl en de look die u probeert te bereiken. Experimenteer met verschillende brandpuntsafstand om te zien wat het beste werkt voor u en uw onderwerp.
* Communicatie en comfort: Overweeg hoe de brandpuntsafstand en uw resulterende afstand tot het onderwerp de communicatie zullen beïnvloeden. Een zeer lange lens kan een ontkoppeling creëren.
Samenvattend:
| FOCAL LENDE Bereik | Effect op gezichtsvorm | Voordelen | Nadelen | Het beste voor |
| ----------------------- | ------------------------------------------------------------------------------------------------------------- | ----------------------------------------------------------------------------------------- ----------- | ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- | ------------------------------------------------------------------------------------------------------- |
| Groothoek (14-35 mm) | Vervormde, overdreven kenmerken, grote neus, uitgerekte zijkanten. | Omgeving vastleggen, een gevoel van diepte creëren. | Onflatterende gezichtsvervorming, onnatuurlijke look. | Milieuportretten (gebruik met voorzichtigheid en bewustzijn van vervorming). |
| "Normaal" (50 mm) | Relatief natuurlijk perspectief, minimale vervorming. | Veelzijdig, goed uitgangspunt, natuurlijk ogende resultaten. | Kan geen significante achtergrondinvaging creëren. | Algemene portretten, die een echte weergave van het onderwerp vastleggen. |
| Korte telefoto (85 mm) | Lichte compressie, zachte verzachtende, meer uitgebalanceerde functies. | Flatterende, goede achtergrond vervaging, comfortabele werkafstand. | Vereist nog steeds enige afstand van het onderwerp. | Klassieke portretten, headshots, taille-up foto's. |
| Gemiddeld telefoto (105-135 mm) | Verhoogde compressie, slanker gezicht, soepeler uiterlijk, verbeterde achtergrond vervaging. | Zeer vleiende, uitstekende achtergrondisolatie. | Vereist meer afstand, ondiepere scherptediepte kan een uitdaging zijn. | Portretten met wazige achtergronden, waardoor een verfijnde en gepolijste look ontstaat. |
| Long Telefoto (200 mm+) | Sterke compressie, afgeplatte kenmerken, minimale neusprominentie, extreem ondiepe scherptediepte. | Het isoleren van het onderwerp, het creëren van extreme achtergrondinvaging, openhartige opnamen van een afstand. | Kan het gezicht er te plat uitzien, vereist veel afstand, moeilijk te beheren velddiepte. | Handige portretten, portretten in het wild, wanneer afstand een beperking is. |
Door te begrijpen hoe focale lengte gezichtsfuncties beïnvloedt, kunt u geïnformeerde beslissingen nemen over lensselectie en camerapositionering om portretten te maken die zowel vleiend als expressief zijn. Vergeet niet om te experimenteren en ontdek wat het beste werkt voor uw stijl en de unieke kenmerken van elk onderwerp!