1. Het juiste moment van de dag kiezen:
* Gouden uur (zonsopgang en zonsondergang): Dit is de beste tijd voor buitenfotografie. Het laaghoekige zonlicht is zacht, warm en werpt lange, mooie schaduwen. Het biedt een natuurlijk, vleiend licht dat harde schaduwen minimaliseert.
* Blauw uur (kort na zonsondergang en voor zonsopgang): Biedt een zachter, koeler licht dan gouden uur, ideaal voor meer humeurige of sfeervolle portretten.
2. Inzicht in de lichtrichting en kwaliteit:
* Voorverlichting: De zon staat direct voor uw onderwerp. Dit is over het algemeen het gemakkelijkste type licht om mee te werken, wat resulteert in zelfs verlichting, maar kan soms diepte en dimensie missen. Het beste voor heldere, vrolijke portretten.
* Side Lighting (of Rembrandt Lighting): De zon staat aan de zijkant van uw onderwerp. Dit creëert meer diepte en schaduwen, die dimensie aan het gezicht toevoegt en functies benadrukken. Streef naar een enkele schaduwdriehoek onder één oog voor klassieke Rembrandt -verlichting.
* achtergrondverlichting: De zon staat achter uw onderwerp. Dit kan een prachtig randlampje creëren dat het onderwerp schetst, maar vereist zorgvuldige belichtingscontrole om te voorkomen dat ze silhouett. Experimenteer met het blootleggen van de hoogtepunten of het gebruik van vulflits (zie hieronder).
* bewolkte dagen: Bewolkte luchten fungeren als een gigantische softbox en diffundeer het licht gelijkmatig. Dit is geweldig voor consistent, zacht licht zonder harde schaduwen, ideaal voor beginners.
3. Gebruikmakend van natuurlijke diffusers:
* schaduw: Zoek een schaduwrijke plek onder een boom of gebouw. Het diffuse licht is zachter dan direct zonlicht.
* wolken: Dikke wolken verspreiden natuurlijk het licht van de zon. Zelfs enigszins bewolkte dagen bieden beter licht dan helder, direct zonlicht.
4. Camera -instellingen:
* Meetmodus: Gebruik evaluatieve/matrixmeting zodat uw camera de helderheid van de algehele scène kan beoordelen. Spotmeting kan nuttig zijn om specifiek meter voor het gezicht van uw onderwerp in lastige verlichtingsomstandigheden.
* Blootstellingscompensatie: Mogelijk moet u de blootstellingscompensatie aanpassen, afhankelijk van de verlichtingsomstandigheden. Felle zon kan een negatieve compensatie vereisen om overbelichting te voorkomen, terwijl schaduw mogelijk een positieve compensatie vereist.
* diafragma: Een breder diafragma (bijv. F/2.8 - f/5.6) zal de achtergrond vervagen en de aandacht vestigen op uw onderwerp. Een smaller diafragma (bijv. F/8 - f/11) zal meer veldiepte opleveren, zowel het onderwerp als de achtergrond in focus houden.
* ISO: Houd uw ISO zo laag mogelijk om ruis te minimaliseren, vooral in lagere lichtomstandigheden.
5. Poseren en compositie:
* Hoek uw onderwerp: Het positioneren van uw onderwerp iets van de directe zon kan het licht verzachten en meer flatterende schaduwen creëren.
* Gebruik de omgeving: Neem natuurlijke elementen zoals bomen, rotsen of bloemen op in uw compositie.
* Beschouw de achtergrond: Een rommelige achtergrond kan afleiden van uw onderwerp. Kies een eenvoudige, overzichtelijke achtergrond of gebruik een ondiepe scherptediepte om het te vervagen.
6. Gebruik van vulflits (als uw camera het toelaat):
Fill Flash is een techniek waarbij een kleine uitbarsting van flits wordt gebruikt om schaduwen te verlichten, met name nuttig in achterste situaties of bij het fotograferen in hard zonlicht. Dit is geen vervanging voor een reflector, maar kan helpen de verlichting in evenwicht te brengen. Let op harde flits, probeer het subtiel te gebruiken.
7. Natuurverwerking:
* Lightroom of Photoshop: Met deze programma's kunt u helderheid, contrast, schaduwen en hoogtepunten aanpassen om uw afbeeldingen verder te verfijnen. Subtiele aanpassingen kunnen de uiteindelijke look aanzienlijk verbeteren.
Door deze principes te begrijpen, kunt u prachtige buitenportretten vastleggen, zelfs zonder de hulp van een reflector. Praktijk en experimenten zijn de sleutel tot het beheersen van de kunst van natuurlijke lichtfotografie.