A - Adobe Premiere Pro/After Effects: Twee software-opties in de industrie. Premiere is voor niet-lineaire bewerking, After Effects is voor bewegingsafbeeldingen en visuele effecten. Overweeg ook Avid Media Composer, een krachtpatser die populair is in film.
b - bitrate: De hoeveelheid gegevens die per seconde worden gebruikt om een video te coderen. Hogere bitrate =hogere kwaliteit (maar ook grotere bestandsgrootte).
C - Cuts: De meest eenvoudige bewerkingstechniek:overstappen van de ene schot naar de andere. Verschillende soorten sneden (hard gesneden, jump cut, etc.) dienen verschillende doeleinden. Overweeg ook kleurcorrectie/beoordeling :Het proces van het aanpassen van de kleuren en het algehele uiterlijk van uw video om een consistente en aantrekkelijke esthetiek te creëren.
D - Davinci Resolve: Nog een professionele videobewerking, kleurafname, visuele effecten en audiopostproductiesoftware. Het staat bekend om zijn krachtige kleuren -sorteermogelijkheden.
E - Bewerkingssoftware: De kerngereedschap. Naast Adobe en Davinci Resolve, overweeg Filmora, Final Cut Pro (Mac alleen), iMovie (Mac/iOS) en gratis opties zoals OpenShot en Davinci Resolve (gratis versie).
f - framesnelheid: Het aantal weergegeven frames per seconde (FPS). Gemeenschappelijke framesnelheden omvatten 24 fps (filmisch), 30 fps (standaard tv) en 60 fps (gladde beweging, vaak gebruikt voor gaming). Overweeg ook beelden: Het onbewerkte videomateriaal waarmee je werkt.
G - Graphics: Elementen zoals tekst, logo's, lagere derden en animaties toegevoegd om de video te verbeteren.
h - harde schijf: Een snelle, betrouwbare harde schijf (bij voorkeur een SSD) is cruciaal voor soepele videobewerking. Overweeg externe schijven voor opslag en back -ups.
I - In/Out -punten: De start- en eindpunten die u in een videoclip selecteert die u in uw bewerking kunt gebruiken.
J-J-CUT/L-CUT: Geavanceerde bewerkingstechnieken. Een J-cut is wanneer je de audio van de volgende opname * voor * hoort * je ziet het visual. Een L-cut is het tegenovergestelde. Deze creëren soepelere overgangen.
k - keyframes: Markers die worden gebruikt in animatie en effecten om veranderingen in de loop van de tijd te definiëren. Stel keyframes in om een eigenschap (zoals positie of schaal) op specifieke punten aan te passen.
l - lagen: In programma's zoals After Effects stapt u elementen (video, afbeeldingen, tekst) bovenop elkaar, waardoor complexe composities worden gemaakt. Ook belangrijk is lagere derden: Tekstoverlays, vaak onderaan het scherm, gebruikt om luidsprekers te identificeren of informatie te verstrekken.
M - Montage: Een reeks korte opnamen die worden gebruikt om tijd te condenseren of een specifieke stemming of idee over te brengen. Ook nuttig is metadata: Informatie over uw beelden, zoals datum, tijd en camera -instellingen.
n - nle (niet -lineaire editor): Software waarmee u video in elke volgorde kunt bewerken, zonder de originele bronbestanden te wijzigen. Dit is de standaard voor moderne videobewerking.
o - Overlays: Afbeeldingen, afbeeldingen of videoclips geplaatst bovenop de belangrijkste videobeelden.
P - Proxybewerking: Het maken van versies met lagere resolutie van uw beelden om mee te bewerken, wat de verwerkingsbehoeften op uw computer vermindert. Vervolgens vervangt u ze door de beelden van volledige resolutie voor de definitieve export. Ook Projectbestanden: De bestanden die alle bewerkingsinformatie bevatten, maar * niet * de werkelijke videobestanden. Zorg ervoor dat je ze een back -up maakt!
Q - kwaliteit: Streef naar de hoogst mogelijke kwaliteit binnen uw beperkingen (bestandsgrootte, uploadtijd). Overweeg uw bronbeelden en het beoogde kijkplatform.
r - rendering: Het proces van het omzetten van uw bewerkte project in een speelbaar videobestand. Dit kan tijdrovend zijn. Ook belangrijk is resolutie: De grootte van uw video in pixels (bijv. 1920x1080 voor HD).
s - Storytelling: De kern van goede videobewerking. Je bewerkingskeuzes moeten het verhaal dienen dat je probeert te vertellen. Overweeg geluidsontwerp: Audio toevoegen en manipuleren om een specifieke sfeer te creëren of het vertellen van verhalen te verbeteren. Onthoud ook sequenties: Tijdlijnen binnen uw bewerkingssoftware waar u uw beelden regelt en bewerkt.
t - overgangen: Visuele effecten die worden gebruikt om van de ene schot naar de andere te gaan (bijvoorbeeld vervaagt, lost op, doekjes). Gebruik ze spaarzaam en gepast. Overweeg ook timecode: Een unieke identificatie voor elk videoframe, gebruikt voor precieze bewerking.
u - Inzicht in uw publiek: Stem uw bewerkingsstijl en inhoud aan op uw doelgroep.
V - Visuele effecten (VFX): Speciale effecten toegevoegd om de realiteit te verbeteren of te veranderen. Meestal gemaakt in programma's zoals After Effects of Specialized VFX -software. Ook voice -over: Verhaal toegevoegd aan een video.
W - Workflow: Een gestructureerde benadering van videobewerking, van het importeren van beelden tot het exporteren van het eindproduct. Een goede workflow bespaart tijd en vermindert fouten. Ook witbalans: Het aanpassen van de kleurtemperatuur van uw beelden om witte objecten er wit uit te laten lijken.
x - Exporteren: Het kiezen van de juiste exportinstellingen (codec, resolutie, bitrate, enz.) Om een videobestand te maken dat geschikt is voor uw beoogde platform (YouTube, Vimeo, uitzending tv, enz.).
y - YouTube (en andere platforms): Inzicht in de specificaties en best practices voor de platforms waar u uw video distribueert.
Z - Zoom: Een tool die kan worden gebruikt om de aandacht te vestigen op specifieke details in uw video. Gebruik het echter spaarzaam omdat over-zooming afbreuk kan doen aan de kwaliteit van uw video. Overweeg Zenith: De piek van je vaardigheden bereiken als video -editor!
Dit is natuurlijk slechts een startpunt. Videobewerking is een enorm en constant evoluerend veld. Blijf leren, experimenteren en oefenen! Succes!