Een van de meest memorabele toepassingen van POV in de filmografie van de gebroeders Coen is in de film 'The Big Lebowski' uit 1998. De film volgt de avonturen van Jeff "The Dude" Lebowski, die wordt aangezien voor een miljonair met dezelfde naam en in een web van intriges terechtkomt. De gebroeders Coen gebruiken gedurende de hele film POV-shots om de kijker in de schoenen van The Dude te plaatsen, waardoor ze het gevoel krijgen dat ze de gebeurtenissen uit de eerste hand meemaken. Dit creëert een sterk gevoel van verbondenheid tussen de kijker en het personage, en stelt het publiek in staat zich in te leven in de worstelingen en triomfen van de Dude.
Een ander opmerkelijk gebruik van POV in de filmografie van de gebroeders Coen is in de film 'No Country for Old Men' uit 2007. De film vertelt het verhaal van Llewelyn Moss, een veteraan uit de Vietnamoorlog die stuit op een mislukte drugsdeal en besluit het geld aan te nemen. De gebroeders Coen gebruiken POV-opnamen om Llewelyns gevoel van urgentie en wanhoop over te brengen terwijl hij de achtervolgende moordenaars probeert voor te blijven. Deze shots plaatsen de kijker in de bestuurdersstoel, waardoor een diepgewortelde en intense kijkervaring ontstaat.
Het gebruik van POV-shots door de gebroeders Coen beperkt zich niet tot deze twee voorbeelden. Ze hebben POV ook effectief gebruikt in films als 'Barton Fink', 'The Hudsucker Proxy' en 'Inside Llewyn Davis'. In elk geval worden de POV-shots gebruikt om het vertellen van verhalen te verbeteren en de kijker mee te nemen in de wereld van de film.
Over het geheel genomen is het uitgebreide gebruik van POV-shots door de gebroeders Coen in hun films een bewijs van hun creativiteit en beheersing van filmische verhalen. Door de kijker in de schoenen van hun personages te plaatsen, zijn de gebroeders Coen in staat een diep boeiende en meeslepende filmische ervaring te creëren.