i. Technische factoren (controlerende diepte van het veld):
* diafragma: Dit is de belangrijkste factor. Gebruik een brede diafragma (laag F-nummer) zoals f/1.4, f/1.8, f/2.8 of f/4. Een lager F-nummer betekent een ondieper scherptediepte, wat resulteert in meer achtergrond vervaging.
* brandpuntsafstand: A langere brandpuntsafstand (bijv. 85 mm, 135 mm, 200 mm) zal de achtergrond comprimeren en meer vervaging creëren in vergelijking met een bredere brandpuntsafstand (bijvoorbeeld 35 mm, 50 mm) op hetzelfde diafragma. Langere brandpuntsafstand heeft natuurlijk een ondieper scherptediepte.
* Afstand tot onderwerp: Kom dichter bij uw onderwerp. Hoe dichter u bij uw onderwerp bent, hoe ondieper de scherptediepte en hoe meer wazig de achtergrond zal zijn.
* Afstand tot achtergrond: Maximaliseer de afstand tussen uw onderwerp en de achtergrond. Hoe verder de achtergrond van uw onderwerp is, hoe meer onscherp het zal verschijnen.
ii. Camera -instellingen:
1. Apertuurprioriteitsmodus (AV of A): Stel uw camera in op de prioriteitsmodus van het diafragma. Hiermee kunt u het diafragma regelen, terwijl de camera automatisch de sluitertijd aanpast om de juiste belichting te bereiken.
2. Selecteer een breed diafragma: Kies de breedste diafragma die uw lens toestaat (het laagste F-nummer).
3. ISO: Houd uw ISO zo laag mogelijk om de beeldkwaliteit te behouden. Verhoog ISO alleen indien nodig om een snel voldoende sluitertijd te bereiken om bewegingsonscherpte te voorkomen.
4. Sluitertijd: De camera zal de sluitertijd automatisch instellen in de Aperture Priority -modus. Zorg ervoor dat de sluitertijd snel genoeg is om bewegingsonscherpte te voorkomen, vooral als je handheld fotografeert. Overweeg om een hogere sluitertijd te gebruiken of de ISO te verhogen indien nodig.
5. Focusmodus: Gebruik een focusmodus waarmee u zich nauwkeurig kunt concentreren op de ogen van uw onderwerp (bijv. Autofocus met één punt, Eye-AF als uw camera het heeft). De focus van de terugknop is ook uiterst nuttig.
iii. Versnellingsaanbevelingen:
* lens:
* prime lenzen: Prime -lenzen (vaste brandpuntsafstand) hebben vaak bredere maximale openingen dan zoomlenzen, waardoor ze ideaal zijn voor het bereiken van een ondiepe scherptediepte. Populaire keuzes zijn 35 mm f/1.8, 50 mm f/1.8 (of f/1.4), 85 mm f/1.8 (of f/1.4) en 135 mm f/2.
* zoomlenzen: Zoomlenzen zoals 70-200 mm f/2.8 zijn veelzijdig en kunnen uitstekende bokeh produceren, vooral bij de langere brandpuntsafstand. Vergeet niet dat het maximale diafragma kleiner kan zijn (bijv. F/2.8) in vergelijking met sommige prime -lenzen.
* camera: Elke DSLR, spiegelloze of zelfs geavanceerde smartphonecamera met handmatige besturing over diafragma kan worden gebruikt om wazige achtergronden te bereiken. Camera's met grotere sensoren (bijv. Full-frame) produceren over het algemeen een betere bokeh en zorgen voor een ondiepere scherptediepte dan camera's met kleinere sensoren (bijv. Gewassensor).
iv. Creatieve overwegingen:
* Achtergrondkeuze: De * kwaliteit * van de bokeh is evenveel belangrijk als de * hoeveelheid * van vervaging. Zoek naar achtergronden met interessante lichtbronnen, texturen of kleuren die zich vertalen in aangename bokeh -vormen. Denk aan dingen als kerstverlichting, gevlekt zonlicht door bladeren of reflecties op water. Vermijd achtergronden die overdreven afleidend of rommelig zijn, zelfs als ze vervaagd zijn.
* Plaatsing van het onderwerp: Plaats uw onderwerp zorgvuldig in relatie tot de achtergrond. Experimenteer met verschillende hoeken en afstanden om de compositie te vinden die de beste balans creëert tussen onderwerpisolatie en aangename bokeh.
* Samenstelling: Pas standaard samenstellingstechnieken toe, zoals de regel van derden, leidende lijnen en symmetrie om een visueel aantrekkelijk portret te creëren.
* verlichting: Goede verlichting is cruciaal voor elk portret. Besteed aandacht aan de richting en de kwaliteit van het licht en gebruik reflectoren of diffusers om het licht op het gezicht van uw onderwerp te verbeteren.
* Natuurverwerking: Hoewel het doel is om de gewenste vervaging in de camera te bereiken, kan de nabewerking worden gebruikt om het effect enigszins te verbeteren. Vermijd echter overmatige vervaging in de post, omdat het er onnatuurlijk kan uitzien. Focus op subtiele aanpassingen aan contrast, scherpte en kleur om het algehele beeld te verbeteren.
v. Voorbeeldscenario's en -instellingen:
* scenario: Buitenportret in een park met bomen op de achtergrond.
* camera: DSLR of spiegelloos met een lens van 50 mm of 85 mm.
* Instellingen: Apertuurprioriteitsmodus, f/1.8 of f/2.8, ISO 100-400 (aanpassen om de juiste blootstelling te bereiken), enkelpunts autofocus. Kom dichter bij uw onderwerp en zorg ervoor dat de achtergrond een goede afstand achter zich is.
* scenario: Binnenportret met kerstverlichting op de achtergrond.
* camera: DSLR of spiegelloos met een lens van 50 mm of 85 mm.
* Instellingen: Apertuurprioriteitsmodus, f/1.4 of f/1.8, ISO 400-1600 (indien nodig aanpassen), éénpunts autofocus. Plaats uw onderwerp zodat de kerstverlichting ver achter zich ligt. De lichten worden prachtige bokeh -orbs.
Key Takeaways:
* Master Aperture Control: Begrijp hoe diafragma de diepte van het veld beïnvloedt.
* Langere brandpuntsafstand helpt: Gebruik een langere focale lengte -lens voor meer compressie en vervaging.
* Afstand is de sleutel: Kom dicht bij uw onderwerp en maximaliseer de afstand tot de achtergrond.
* Kies aangename achtergronden: De kwaliteit van de bokeh is net zo belangrijk als het bedrag.
* Oefen regelmatig: Experimenteer met verschillende instellingen en technieken om te vinden wat het beste voor u werkt.
Door deze principes te begrijpen en toe te passen, kunt u consequent portretten maken met prachtig wazige achtergronden waardoor uw onderwerpen opvallen. Succes!