Het kernconcept:hoogte, schaduw en overgang
Elke vorm, inclusief een gezicht, wordt gedefinieerd door hoe licht ermee omgaat. Je bent op zoek naar:
* Hoogtepunten: Waar het licht het meest direct toeslaat.
* schaduwen: Waar het licht is geblokkeerd.
* overgangen: De geleidelijke verandering tussen hoogtepunt en schaduw. Dit zijn * cruciaal * voor het creëren van een gevoel van vorm.
De snelle tip:focus op de schaduwen
In plaats van direct naar de heldere gebieden te staren, train je je oog om de schaduwen te zien. Dit is waarom:
* schaduwen definiëren vorm: De vorm van de schaduwen vertelt je over de contouren van het gezicht. Waar de schaduwen vallen, hoe diep ze zijn en hoe zacht of hard hun randen zijn, geeft u cruciale informatie.
* schaduwen creëren dimensie: Schaduwen geven een platte foto een 3D -gevoel. Zonder schaduwen ziet het gezicht er plat en levenloos uit.
* schaduwen duiden op de lichtrichting: De plaatsing van schaduwen is uw routekaart om te begrijpen waar de lichtbron vandaan komt.
Hoe te oefenen "Shadows Seeing":
1. Eenvoudige oefening: Pak een appel of sinaasappel (iets rondachtig). Plaats het op een tafel. Schijn een enkele lichtbron (een lamp, zaklamp, zelfs een venster) erop.
* Kijk eerst naar de algehele vorm van het object.
* Nu, * alleen * kijk naar de schaduwen. Welke vorm zijn ze? Waar zijn ze het donkerst? Waar vervagen ze weg? Hoe 'wikkelt' het licht rond de curve?
* Verplaats de lichtbron. Merk op hoe de schaduwen verschuiven en van vorm veranderen, waardoor de hele look van het object wordt gewijzigd.
2. Mensen kijken (de stiekeme soort): Als je in een café, in de bus of overal met mensen bent, observeer de schaduwen op hun gezichten subtiel. Staar niet! Gewoon blik en opmerken:
* Waar zijn de schaduwen het diepst (onder de neus, onder de wenkbrauwen, enz.)?
* Hoe veranderen de schaduwen de vorm van hun neus of jukbeenderen?
* Wat is de kwaliteit van de schaduwen? (Zacht, geleidelijk, donker, scherp?)
3. Portretoefening:
* Begin met één lichtbron. Een raam of een enkele lamp is perfect.
* Plaats uw onderwerp. Plop ze niet alleen. Verplaats ze rond en *let op de schaduwen op hun gezicht *. Dit is de sleutel!
* Vraag jezelf af:
* Waar vallen de schaduwen?
* Versterken de schaduwen of afbreuk aan hun functies?
* Zijn de schaduwen te hard? Te zacht?
* 'Beeldt' het licht op een aangename manier het gezicht?
* Experiment! Verplaats het licht, verplaats uw onderwerp en observeer de veranderingen.
Sleutelverlichtingspatronen (als uitgangspunt):
* Side Lighting (Rembrandt Lighting): Licht komt van de zijkant en creëert een driehoek van het licht op de wang tegenover de lichtbron. Flatterend voor veel gezichten.
* Voorverlichting: Licht komt bijna direct voor het onderwerp. Kan plat en niet flatterend zijn als het niet goed wordt gedaan (behoeften vullicht).
* Achterverlichting (randverlichting): Licht komt van achter het onderwerp en creëert een halo -effect. Kan dramatisch zijn, maar vereist zorgvuldige blootstelling.
Praktische tips:
* Gebruik een reflector: Een reflector (zelfs een stuk wit schuimbord) stuitert licht terug in de schaduwgebieden, verzacht ze en vult details in.
* diffuser: Een diffuser (zoals een puur gordijn of zelfs traceerpapier) verzacht het licht, waardoor de schaduwen minder hard worden.
* Observeer verschillende huidtinten: Hoe licht interageert met verschillende huidtinten kan variëren. Wat voor de ene persoon werkt, werkt misschien niet voor de andere.
* Wees niet bang om te experimenteren: Er zijn geen harde en snelle regels, maar het zien van de schaduwen laat je het licht beter begrijpen en controleren ze om je visie tot leven te brengen.
Samenvattend:
Vergeet het licht na te jagen (in het begin). Focus op *het zien van de schaduwen *. Leer ze te lezen, te begrijpen wat ze je over het licht vertellen en gebruik ze om je portretten te beeldhouwen. Dit geeft je een solide basis voor het begrijpen van licht in fotografie. Succes!