i. Pre-productie en planning:de stichting
* Vision &Concept: Voordat u zelfs uw camera opneemt, vraagt u zich af:
* Welk verhaal wil ik vertellen? Welke emotie moet het portret oproepen? (Vreugde, verdriet, kracht, kwetsbaarheid, mysterie, enz.)
* Wie is het onderwerp? Hun persoonlijkheid, achtergrond en wat hen uniek maakt, zou uw beslissingen moeten informeren.
* Wat is het doel van het portret? (Persoonlijke aandenken, professionele headshot, artistieke expressie, enz.) Dit zal de formaliteit, stijl en compositie beïnvloeden.
* heb ik referentiebeelden? Kijk naar andere portretten die u bewondert en analyseer wat werkt. Pinterest, Instagram en online fotografieportfolio's zijn geweldige bronnen.
* Locatie Scouting &Overweging:
* Indoor vs. Outdoor: Elk biedt verschillende uitdagingen en kansen.
* Achtergrond: Een rommelige achtergrond zal afleiden van uw onderwerp. Zoek naar strakke lijnen, interessante texturen of wazige achtergronden (bokeh). Overweeg het kleurenpalet en hoe het uw onderwerp aanvult.
* verlichting: Het * meest * cruciale element. Let op hoe licht op uw locatie valt op verschillende tijdstippen van de dag. Het "gouden uur" (kort na zonsopgang en voor zonsondergang) biedt zacht, warm licht. Bewolde dagen bieden diffuus, zelfs licht. De harde middagzon is over het algemeen onflatteus.
* versnellingscontrolelijst:
* camera: DSLR of spiegelloze camera is ideaal voor de beste bediening. Zelfs een smartphone kan in goed licht werken.
* lens (es):
* Portretlenzen: Typisch prime lenzen (vaste brandpuntsafstand) zoals 35 mm, 50 mm, 85 mm of 135 mm zijn populair. Ze bieden bredere openingen (lagere F-numbers) voor een ondiepe scherptediepte en mooie bokeh.
* zoomlenzen: 70-200 mm zoomlenzen zijn veelzijdig, zodat u van brandpuntsafstand kunt veranderen zonder te bewegen.
* verlichtingsapparatuur (indien nodig):
* Reflector: Een eenvoudige en goedkope manier om licht te stuiteren en schaduwen in te vullen.
* externe flash/stroboscoop: Essentieel voor binnenportretten of het buitenshuis beheersen van licht. Overweeg modificaties zoals softboxen, paraplu's of rasters.
* statief (optioneel): Nuttig voor stabiliteit, vooral bij weinig licht of bij het gebruik van langzamere sluitertijden.
* Andere: Rekwisieten, achtergronden, poseren van ontlasting, gels voor lichten.
* Onderwerpcommunicatie en voorbereiding:
* Bespreek de visie: Deel uw ideeën met uw onderwerp zodat ze de look begrijpen waarvoor u gaat.
* garderobe: Adviseer hen over kledingkeuzes die de setting en de algehele esthetiek aanvullen. Vermijd drukke patronen of afleidende logo's.
* Haar en make -up: Professioneel haar en make -up kunnen een enorm verschil maken, vooral voor formele portretten. Zelfs eenvoudige verzorging kan het eindresultaat verbeteren.
* comfort is de sleutel: Laat uw onderwerp zich ontspannen en comfortabel voelen. Chat met hen, speel muziek en creëer een positieve sfeer.
ii. De shoot:het vastleggen van de afbeelding
* Camera -instellingen:
* diafragma: Dit regelt de diepte van het veld (hoeveel van de afbeelding is scherp).
* breed diafragma (bijv. F/1.8, f/2.8, f/4): Creëert een ondiepe scherptediepte, vervaagt de achtergrond en isoleert het onderwerp. Ideaal om het gezicht van het onderwerp te benadrukken.
* smal diafragma (bijv. F/8, f/11, f/16): Creëert een grotere scherptediepte, waardoor meer van het beeld in focus blijft. Handig voor omgevingsportretten waar u wilt dat de achtergrond scherp is.
* sluitertijd: Dit bepaalt hoe lang de sensor van de camera wordt blootgesteld aan licht.
* Snelle sluitertijd (bijv. 1/200S, 1/500S, 1/1000S): Bevriest beweging, ideaal voor het vastleggen van actie of het voorkomen van vervaging als uw onderwerp beweegt.
* Langzame sluitertijd (bijv. 1/60S, 1/30S, 1/15S): Laat meer licht binnen, maar kan vervaging veroorzaken als het onderwerp of de camera beweegt. Gebruik een statief bij gebruik van langzame sluitertijden.
* vuistregel: Gebruik een sluitertijd die ten minste het omgekeerde van uw brandpuntsafstand is (bijv. Gebruik een sluitertijd van minimaal 1/50s).
* ISO: Dit regelt de gevoeligheid van de camera voor het licht.
* lage ISO (bijv. 100, 200, 400): Produceert de schoonste afbeeldingen met de minste ruis. Gebruik in fel licht.
* Hoge ISO (bijv. 800, 1600, 3200+): Gebruik bij weinig licht, maar het zal ruis (korreligheid) in de afbeelding introduceren. Probeer ISO zo laag mogelijk te houden, terwijl het nog steeds een goede blootstelling behoudt.
* Focusmodus: Gebruik eenpunts autofocus (AF-S of one-shot) om zich precies te concentreren op de ogen van het onderwerp. Continue autofocus (AF-C of AI-servo) is nuttig als het onderwerp beweegt.
* Meetmodus: Evaluatieve/matrixmeting is meestal een goed uitgangspunt. Spotmeting kan nuttig zijn voor lastige verlichtingssituaties waar u wilt blootstellen voor een specifiek gebied.
* Witbalans: Stel de witbalans in om overeen te komen met de verlichtingsomstandigheden (bijv. Daglicht, bewolkt, wolfraam, fluorescerend). Met fotograferen in RAW kunt u de witbalans aanpassen bij naverwerking.
* Samenstelling:
* Regel van derden: Verdeel het frame in negen gelijke delen met twee horizontale en twee verticale lijnen. Plaats belangrijke elementen van het portret langs deze lijnen of op de kruispunten.
* Toonaangevende lijnen: Gebruik lijnen in de scène om het oog van de kijker naar het onderwerp te leiden.
* Negatieve ruimte: Laat lege ruimte rond het onderwerp om een gevoel van evenwicht te creëren en de aandacht op hen te vestigen.
* framing: Gebruik elementen in de scène (bijv. Bomen, deuren, bogen) om het onderwerp in te kaderen en diepte toe te voegen.
* Oogcontact: Direct oogcontact kan een krachtige verbinding met de kijker creëren. Een beetje off-camera kijken kan een meer doordachte of introspectieve stemming creëren.
* Hoofdruimte: Laat wat ruimte boven het hoofd van het onderwerp achter, maar laat niet te veel lege ruimte achter.
* bijsnijden:
* Close-up: Richt zich op het gezicht en de emoties.
* Medium Shot: Bevat het hoofd en de schouders, of het bovenlichaam.
* Volledig schot: Toont het hele lichaam.
* hoeken:
* Schieten vanaf iets boven: Kan flatterend zijn en het onderwerp kleiner laten lijken.
* schieten vanaf iets hieronder: Kan het onderwerp groter en krachtiger laten lijken (gebruik voorzichtig!).
* poseren:
* Natuurlijke poses: Vermijd stijve, onnatuurlijke poses. Moedig uw onderwerp aan om te ontspannen en zichzelf te zijn.
* Lichte hoeken: Het lichaam iets op de zijkant draaien is meestal meer vleiend dan de camera rechtdoor te kijken.
* Gewichtsverdeling: Als het onderwerp hun gewicht naar één been verschuift, kan het een meer ontspannen en dynamische pose creëren.
* Handplaatsing: Let op waar de handen worden geplaatst. Vermijd dat ze op elkaar klemt of verborgen. Overweeg om ze op het gezicht, in de zakken te laten rusten of een object vast te houden.
* gezichtsuitdrukkingen: Moedig echte glimlachen en uitdrukkingen aan. Vertel een grap, stel een vraag of laat ze denken aan iets dat hen gelukkig maakt.
* Oefen poses: Laat ze een paar poses voor een spiegel oefenen voor de shoot.
* continu schieten: Schiet in de burst -modus om een verscheidenheid aan uitdrukkingen en poses vast te leggen.
* verlichtingstechnieken:
* Natuurlijk licht:
* Open schaduw: Plaats uw onderwerp in de schaduw van een gebouw of boom om zacht, zelfs licht te creëren.
* achtergrondverlichting: Plaats de zon achter uw onderwerp om een randlicht of silhouet te creëren. Gebruik een reflector om de schaduwen op hun gezicht in te vullen.
* Gouden uur: Schiet tijdens het gouden uur voor warm, vleiend licht.
* kunstlicht:
* setup met één licht: Begin met een enkele lichtbron en een reflector om de schaduwen in te vullen.
* Setup met twee licht: Gebruik een sleutellicht (de hoofdlichtbron) en een vullicht (een zwakkere lichtbron om de schaduwen in te vullen).
* Driepuntverlichting: Sleutellicht, vullicht en een achtergrondverlichting (ook wel een randlicht of haarlicht genoemd) om het onderwerp van de achtergrond te scheiden.
* modificatoren: Gebruik softboxen, paraplu's of rasters om de kwaliteit en richting van het licht te regelen.
iii. Natuurverwerking:het verfijnen van de afbeelding
* software: Adobe Lightroom, Adobe Photoshop, Capture One zijn populaire keuzes.
* Basisaanpassingen:
* belichting: Pas de algehele helderheid van het beeld aan.
* Contrast: Pas het verschil aan tussen de hoogtepunten en schaduwen.
* Hoogtepunten en schaduwen: Herstel detail in de hoogtepunten en schaduwen.
* blanken en zwarten: Stel de witte en zwarte punten in om een volledig tonaal bereik te creëren.
* duidelijkheid en textuur: Voeg scherpte en detail toe aan de afbeelding. Gebruik spaarzaam!
* Vibrantie en verzadiging: Pas de kleuren in de afbeelding aan. Vibrantie beïnvloedt de meer gedempte kleuren, terwijl verzadiging alle kleuren beïnvloedt.
* Kleurcorrectie:
* Witbalans: Stel de witbalans aan om nauwkeurige kleuren te garanderen.
* Kleurafstand: Pas de kleuren aan om een specifieke stemming of stijl te creëren.
* retoucheren:
* Gladde huid: Verminder vlekken en glad de huidtextuur glad. Pas op dat u niet overroept en een plastic look maakt.
* Oogverbetering: Scherp de ogen en voeg een subtiel vanglight toe.
* tanden bleken: Witte tanden op natuurlijke wijze.
* Dodge &Burn: Verlicht en donkerder specifieke delen van het beeld om de vormen en vormen te verbeteren.
* Slijpen: Scherp het beeld als de laatste stap om te compenseren voor het verzachten dat zich tijdens de verwerking heeft voorgedaan.
* bijsnijden: Verfijn het gewas om de samenstelling te verbeteren.
* Opslaan: Sla de afbeelding op in een formaat met hoge resolutie (bijv. JPEG of TIFF) voor afdrukken of webgebruik.
iv. Tips &trucs
* schiet in raw: RAW-bestanden bevatten meer informatie dan JPEG's, waardoor u meer flexibiliteit krijgt bij het verlichten van de nabewerking.
* Gebruik een grijze kaart: Gebruik een grijze kaart om het witbalans nauwkeurig in te stellen.
* Focus op de ogen: De ogen zijn het belangrijkste onderdeel van een portret. Zorg ervoor dat ze scherp en scherp zijn.
* Let op de achtergrond: Kies een achtergrond die niet afleidt en die het onderwerp aanvult.
* Experimenteer met verschillende hoeken en perspectieven: Wees niet bang om verschillende dingen te proberen.
* communiceer met uw onderwerp: Praat met uw onderwerp en zorg ervoor dat ze zich op hun gemak voelen.
* Oefen regelmatig: Hoe meer je oefent, hoe beter je wordt.
* Leer van anderen: Bestudeer het werk van andere portretfotografen en leer van hun technieken.
* veel plezier! Portretfotografie moet plezierig zijn.
Voorbeeldscenario:buitenportret in Golden Hour
1. Concept: Warm, natuurlijk en romantisch portret van een paar in een veld.
2. Locatie: Zoek een veld met hoog gras en open ruimte.
3. tijd: Kom ongeveer een uur voor zonsondergang aan.
4. versnelling: DSLR met een 85 mm f/1.8 lens. Reflector.
5. Instellingen: Diafragma prioriteitsmodus (AV) op f/2.8. ISO 100-400 (afhankelijk van het licht). Spotmeting op het gezicht van het onderwerp. Witbalans:schaduw.
6. poseren: Laat het paar dicht bij elkaar staan, tegenover elkaar. Moedig hen aan om op natuurlijke wijze te communiceren. Gebruik de reflector om licht op hun gezichten te stuiteren.
7. Samenstelling: Gebruik de regel van derden om het paar in het frame te plaatsen. Maak enkele bredere opnamen om de omgeving en enkele close-ups te laten zien om zich te concentreren op hun emoties.
8. Natuurverwerking: Pas blootstelling, contrast en witbalans aan. Verzacht de huidtextuur enigszins. Voeg een warme toon toe aan de afbeelding.
Key Takeaways:
* Licht is alles: Beheers uw begrip van licht.
* Maak verbinding met uw onderwerp: Zorg ervoor dat ze zich comfortabel en zelfverzekerd voelen.
* Let op voor detail: Van compositie tot poseren tot garderobe, elk detail is belangrijk.
* Oefen, experimenteren en leren: Streef constant ernaar om uw vaardigheden te verbeteren.
Dit is slechts een startpunt. Portretfotografie is een reis van continu leren en experimenten. De beste manier om te verbeteren is om daarheen te gaan en te beginnen met fotograferen! Succes!