De opnameverhouding van een film is de verhouding tussen de hoeveelheid beeldmateriaal dat wordt opgenomen en de hoeveelheid beeldmateriaal dat daadwerkelijk in de uiteindelijke film wordt gebruikt. Als een film bijvoorbeeld een opnameverhouding van 10:1 heeft, betekent dit dat van elke 10 minuten opgenomen beeldmateriaal er slechts 1 minuut in de uiteindelijke versie terechtkomt.
Gemeenschappelijke opnameverhoudingen
Hieronder volgen enkele veel voorkomende opnameverhoudingen:
- 1:1 Dit betekent dat voor elke minuut aan beeldmateriaal dat wordt opgenomen, er één minuut in de uiteindelijke film terechtkomt. Dit is een zeer lage opnameverhouding en wordt doorgaans alleen gebruikt voor zeer korte films of documentaires.
- 2:1 Dit is een gebruikelijke opnameverhouding voor speelfilms. Het betekent dat voor elke twee minuten aan beeldmateriaal dat wordt opgenomen, één minuut in de uiteindelijke film terechtkomt.
- 3:1 Dit is een relatief hoge opnameverhouding en wordt doorgaans alleen gebruikt voor films op zeer grote schaal met veel actie of speciale effecten. Het betekent dat voor elke drie minuten aan beeldmateriaal dat wordt opgenomen, één minuut in de uiteindelijke film terechtkomt.
Wat betekent de opnameverhouding voor u?
De opnameverhouding kan je veel vertellen over een film. Een film met een lage opnameratio kan bijvoorbeeld zorgvuldig zijn gepland en uitgevoerd, terwijl een film met een hoge opnameratio meer experimenteel of improviserend kan zijn geweest.
Enkele bekende opnameratio's
- Psycho (1960):1,5:1
- De peetvader (1972):2,5:1
- Star Wars (1977):6:1
- De Lord of the Rings:de Fellowship of the Ring (2001):12:1
Conclusie
De opnameverhouding is een belangrijk hulpmiddel dat u kan helpen een film te begrijpen. Door de opnameverhouding te kennen, kun je meer te weten komen over de bedoelingen van de filmmaker en het proces van het maken van de film.