Wat is scherptediepte?

Scherptediepte (DOF) is de afstand tussen de dichtstbijzijnde en verste objecten in een scène die acceptabel scherp lijkt in een afbeelding. Scherptediepte verwijst naar hoe acceptabel scherp of wazig het gebied rond uw onderwerp is. Er is een bepaald gebied voor en achter het onderwerp dat scherp wordt weergegeven.

Met andere woorden, scherptediepte verwijst naar hoeveel van het beeld scherp is in verhouding tot de onscherpe delen van het beeld.

Ook het diafragma van de lens en de brandpuntsafstand van de lens spelen een belangrijke rol in hoeveel scherptediepte er in een respectieve foto is. Bredere diafragma's hebben minder scherptediepte (minder scherp), een lensopening die smaller is, heeft een grotere scherptediepte (meer scherpgesteld).

Lenzen met langere brandpuntsafstanden bieden een grotere compressie van uw afbeeldingen en hebben minder scherptediepte, terwijl wijdere hoeklenzen en brandpuntsafstanden een grotere scherptediepte geven.

Hier is een voorbeeld dat laat zien wat scherptediepte is:
Gefocust op de paal, met 50 1.4 Lens. Van links naar rechts zijn deze foto's gemaakt bij – f/1.4, f/4 &f/16. Opmerking:dit is scherptediepte, hoeveel van de "niet-gefocuste" gebieden zijn niet scherpgesteld

Hier zijn enkele veelvoorkomende voorbeelden van wanneer u een kleine scherptediepte wilt hebben in plaats van veel scherptediepte:

Ondiepe scherptediepte

Een geringe scherptediepte komt meestal van het gebruik van een groot diafragma. Alles tussen f/1.2 en f/4.0 scheidt de voorgrond van de achtergrond. U kunt een geringe scherptediepte gebruiken als de omgeving oninteressant lijkt, of als u een interessant punt wilt uitlichten.

Een geringe scherptediepte is een uitstekende manier om uw onderwerp te laten opvallen in zijn omgeving. Dit is de reden waarom scherptediepte perfect is voor het isoleren van onderwerpen, foto's van het hoofd, portretten, om "lelijke" achtergronden te vervagen, enz...

In situaties met weinig licht, zoals natuurfotografie, moet je het diafragma vergroten om meer licht te krijgen. Voor sportafbeeldingen wil je de atleet van de achtergrond scheiden om de aandacht op ze te vestigen. In dergelijke situaties moet je een sluitertijd gebruiken die snel genoeg is om een ​​ondiepe DOF te krijgen.

Brede scherptediepte

Een klein diafragma resulteert in een grotere scherptediepte. Met alles tussen f/8 en f/22 kun je een opname maken waarbij zowel de voorgrond als de achtergrond er interessant uitzien.

Veel scherptediepte is geschikt voor grote groepsportretten, uitgestrekte landschappen, architectuur en elk ander moment waarop u een groot deel van de foto scherp wilt hebben.

Bij landschapsfotografie is het belangrijk om een ​​lange scherpstelafstand aan te houden. Afgezien van het gebruik van een kortere brandpuntsafstand om verder van het onderwerp af te staan, zal een kleiner f-getal een grote scherptediepte creëren. Streef ernaar om onder f/11 te zijn als je wilt dat een deel van je afbeelding vervaagd wordt.

Factoren die de scherptediepte beïnvloeden

Diafragma

Het begrijpen van de scherptediepte en de rol van het diafragma daarin is een van de eerste stappen om een ​​betere fotograaf te worden. In dat verband is het gebruik van de f-stop de gemakkelijkste manier om de scherptediepte te regelen.

Diafragma verwijst naar de opening in uw cameralens die licht doorlaat naar de sensor. Zie het als de pupil - hij verwijdt zich om meer licht binnen te laten en trekt samen om fel licht te beperken.

De grootte van het diafragma heeft betrekking op de diameter van het gat waardoor het licht de camera binnenkomt. Dit regelt de hoeveelheid licht die de lens binnenkomt. Om u te helpen herinneren aan de relatie tussen de twee, volgt hier een eenvoudige vergelijking:

Groot diafragma =kleiner f-getal =ondiepere scherptediepte

Klein diafragma =Groter f-getal =Grote scherptediepte

Camera-onderwerp afstand

Een van de factoren die van invloed zijn op het feit of je een diepe of een kleine scherptediepte hebt, is de afstand tussen het onderwerp en de camera. Hoe dichter de camera bij het onderwerp staat, hoe groter de relatieve afstand van de voor- en achterkant van het onderwerp.

Hoe korter de afstand, hoe dichter u bij het onderwerp bent en hoe korter de scherptediepte. Als u dus verder van het onderwerp af beweegt, wordt de scherptediepte groter en lijken uw opnamen scherper.

Om de afstand tussen de camera en het onderwerp te wijzigen en te bepalen of u een diepere velddiepte hebt of niet, hoeft u alleen maar weg te gaan of het statief dichter/verder van het doel te plaatsen.

Brandpuntsafstand van de lens

Brandpuntsafstand verwijst naar het vermogen van de lens om de opname van een onderwerp op afstand te vergroten. In de fotografie staat de letter 'f' voor de brandpuntsafstand van de lens. Een grote f of brandpuntsafstand betekent dat u met de lens een brandpunt ver in de verte kunt selecteren.

Telelenzen met een langere brandpuntsafstand bieden een grotere compressie van uw afbeeldingen en hebben minder scherptediepte. Ondertussen geven lenzen met een grotere hoek en een grotere brandpuntsafstand een grotere scherptediepte.

Sensorgrootte

De sensorgrootte van camera's is ook cruciaal voor u om de scherptediepte te regelen. De grootte van de sensor varieert tussen cameramodellen.

Kortom, camera's met volformaat sensoren krijgen veel oppervlakte terwijl APS-C sensoren kleinere oppervlaktes hebben. Daarom zullen camera's met grotere sensoren een kleinere scherptediepte hebben, terwijl kleinere sensoren een grotere scherptediepte hebben.

Velddiepte bepalen

Wanneer u door de zoeker van een camera kijkt, ziet u de scène niet precies zoals deze eruit zal zien op uw foto's. Omdat je de dingen live bekijkt, zie je de implicaties van sluitertijd, brandpuntsafstand en diafragma niet in je afbeeldingen.

Als u op de scherptediepte-voorbeeldknop drukt terwijl u door de zoeker kijkt, alleen dan zal de camera het door u ingestelde diafragma sluiten, zodat u kunt zien hoe de daadwerkelijke foto eruit zal zien.

U kunt de liveweergave ook gebruiken om een ​​voorbeeld van de DOF te bekijken. Als u een spiegelloze camera gebruikt, ziet u door de digitale zoeker of op het LCD-scherm hoe het beeld er doorgaans uitziet.

De cirkel van verwarring begrijpen

De cirkel van verwarring is een ander essentieel element wanneer je de scherptediepte begrijpt. Het verwijst naar de diafragmawaarden waarin de lens kan scherpstellen. Evenzo is het de mate van tolerantie die het menselijk oog heeft voordat het onderscheid maakt tussen een scherpgesteld object en een onscherp object.

Wat zich binnen of buiten de cirkel van verwarring bevindt, is wat je zou kunnen definiëren als de focus. Dit is de reden waarom een ​​foto scherp lijkt voor het menselijk oog, hoewel het in werkelijkheid enigszins onscherp kan zijn.

Het beste voorbeeld van een cirkel van verwarring in actie is bokeh. Wanneer je het diafragma zo wijd mogelijk opent en je ergens op focust, breiden de onscherpe lichten uit en vormen ze balachtige vormen. Dit is de cirkel van verwarring of het onscherpe gebied.

De scherptediepte berekenen

Het berekenen van de scherptediepte met behulp van scherptedieptecalculators is een handige manier om te bepalen welke camera-instellingen u nodig hebt om het gewenste scherpteniveau te bereiken. Dit hangt af van het cameratype, de sensor of het filmformaat, het geselecteerde diafragma, de brandpuntsafstand van de lens en de scherpstelafstand.

Met behulp van dergelijke details geeft de rekenmachine u de dichtstbijzijnde en verste acceptabele scherpte. Laat echter niet alle cijfers uw creativiteit in de weg staan. Het is nog steeds het beste om een ​​visueel gevoel te krijgen door uw camera handmatig in te stellen en vervolgens de rekenmachine te gebruiken om de instellingen te verbeteren.

De scherptediepte regelen

Hoewel scherptediepteberekeningen u helpen de exacte scherptediepte te berekenen, kunt u dezelfde resultaten behalen als u de scherptediepte controleert door de volgende vuistregels toe te passen:

Bedien scherptediepte voor scherpte

Om het gewenste effect te krijgen, heb je drie opties om een ​​grotere scherptediepte te krijgen:

• Hoge F-stopwaarde :Zet het diafragma zo groot mogelijk open, idealiter f/2.8 of breder, om op het onderwerp scherp te stellen. Pas de sluitertijd en ISO aan om gelijkmatig belichte beelden te krijgen.
• Ga weg van het onderwerp :Plaats een grote afstand en brandpuntsafstand tussen u en het onderwerp om de scherpte te vergroten.
• Gebruik een lens met een kortere brandpuntsafstand :Gebruik een groothoeklens met een kortere brandpuntsafstand om de achtergrond beter zichtbaar te maken in de scène en maximaliseer de scherptediepte om de scène scherp te krijgen.

Bedien scherptediepte voor vervaging

Er zijn ook drie manieren om een ​​kleinere scherptediepte te krijgen:

• Lage F-stopwaarde :U kunt een kleinere scherptediepte krijgen met een kleinere f-stop, zoals f/1.2 tot f/2.0, om meer licht binnen te laten. Pas de sluitertijd en ISO aan om de juiste belichting te verkrijgen.
• Kom dichter bij het onderwerp :gebruik een telelens of kom fysiek dichter bij het onderwerp. U kunt het onderwerp ook zo ver mogelijk van de achtergrond plaatsen.
• Gebruik een lens met een langere brandpuntsafstand :gebruik een telelens met een langere brandpuntsafstand en selecteer handmatig uw brandpunt op het gebied van het onderwerp waarop u het scherpst wilt scherpstellen.

Nu is het jouw beurt!

Pak je camera met een favoriete lens. Stel uw apparaat in op de modus voor diafragmaprioriteit en terwijl u uw camera op een statief hebt (als u de stabiliteit nodig hebt, anders is handheld prima) maak 3 foto's, met dezelfde brandpuntsafstand van de lens, met 3 verschillende diafragma's. Neem voor de beste resultaten de foto waar uw onderwerp of testobject ver van de achtergrond verwijderd is.

• Opname 1:bij de grootste diafragma-instelling (f/1.8 als je een 1.8 prime-lens hebt. Probeer anders f/2.8)
• Opname 2:bij f/5.6
• Opname 3:op f/22

Wat zijn uw resultaten bij het vergelijken van de verschillende foto's?

De resultaten zouden u moeten laten zien wat precies de scherptediepte is, aangezien uw onderwerp en scherpstelpunt in ALLE 3 foto's scherp moeten zijn, maar de achtergrond (niet-gefocuste gebieden) moeten verschillende niveaus van onscherpte hebben. Het wijd open diafragma zou de meest onscherpe achtergrond moeten geven, terwijl het gesloten diafragma veel minder achtergrondonscherpte zou moeten hebben.

Ik hoop dat deze korte tutorial je heeft geholpen om het mysterie rond scherptediepte te ontmaskeren en wat je erover moet weten.

Vind je het artikel over scherptediepte leuk? Pin de bovenste afbeelding op Pinterest!

Heb je vragen over scherptediepte, brandpuntsafstand of opmerkingen? Laat het me weten in de reacties hieronder!

Binnenkort praten!
Cole