* groothoeklenzen (minder dan 35 mm): Deze lenzen overdrijven perspectief. Gezichten lijken vervormd, met functies dichter bij de camera die groter lijken dan die verder weg. De neus kan er onevenredig groot uitzien en het gezicht kan breder en minder vleiend lijken. Dit effect is meer uitgesproken, hoe dichter het onderwerp bij de camera is. Wijdhoeklenzen kunnen echter ook creatief worden gebruikt om de omgeving en context in het portret te benadrukken.
* standaardlenzen (ongeveer 50 mm): Standaardlenzen worden vaak beschouwd als het meest natuurlijke perspectief, en produceren een relatief onverteerd beeld van het gezicht, dat sterk lijkt op hoe we met onze eigen ogen zien. Ze bieden een goede balans tussen perspectief en compressie, waardoor ze populair zijn voor klassieke portretten.
* telefoto -lenzen (85 mm en hoger): Deze lenzen comprimeren perspectief. De afstand tussen gezichtskenmerken lijkt verminderd, waardoor een plattere, meer tweedimensionale look ontstaat. De achtergrond is ook gecomprimeerd, wat leidt tot een ondieper scherptediepte en een meer aangename bokeh (vervaging). Dit compressie -effect kan erg flatterend zijn voor portretten, het gezicht afsnijden en onvolkomenheden minimaliseren. De resulterende afbeeldingen hebben vaak een eleganter en klassieker gevoel.
Specifieke effecten op de gezichtsvorm:
* Compressie (telefoto): Vermindert de waargenomen breedte van het gezicht, waardoor het slanker en meer langwerpig lijkt. Het kan ook de bekendheid van de neus en kin minimaliseren.
* overdrijving (groothoek): Verhoogt de waargenomen breedte van het gezicht, waardoor het breder en mogelijk meer rond lijkt. De neus en andere functies dichter bij de camera worden benadrukt, vaak onvoldoende.
* Perspectief vervorming (groothoek): Kan leiden tot een "vis-eye" -effect (hoewel meestal minder extreem in iets bredere lenzen dan echte fisheye), gebogen lijnen en vervormende kenmerken.
* Diepte van het veld (alle brandpuntsafstand): Het diafragma (F-stop) interageert ook met de brandpuntsafstand om de diepte van het veld te regelen. Bredelijke openingen (lagere F-numbers) met telelenzen creëren een ondiepe scherptediepte, die de achtergrond vervaagt en aandacht richt op het gezicht van het onderwerp. Dit verbetert de scheiding van het onderwerp en flatteert door het oog naar de belangrijkste kenmerken te trekken.
Samenvattend is de keuze van de brandpuntsafstand cruciaal voor het vormgeven van de esthetiek van een portret. Hoewel telefoto-lenzen vaak een flatterende compressie bieden, kunnen groothoeklenzen creatief worden gebruikt voor dramatische en expressieve resultaten, maar vereisen vaak zorgvuldige positionering en bewustzijn van de perspectiefvervorming. Inzicht in deze effecten stelt fotografen in staat om de beste lens voor de gewenste look te kiezen en het verhaal effectief te beheersen dat door het portret wordt overgebracht.